Totaal aantal pageviews

donderdag 30 november 2017

C'est la vie

Ha, een nieuwe film van de makers van o.a. Intouchables, dat moet wel een leuke film zijn, dacht ik.  En dat was het ook.
Niet superdesuper leuk,. maar leuk genoeg.
Wel werd duidelijk dat het moeilijk is om zo'n film als Intouchables te overtreffen.
Ondoenlijk eigenlijk. Ik had liever niet geweten dat de film van die makers is, want dat schept verwachtingen die niet helemaal worden vervuld.
Maar dat maakt niet uit, hoor. Ik heb echt zitten lachen, en de hoofdpersoon, Max, die was echt supergrappig en lief.
Die Max is de eigenaar van een catering bedrijf en dat is hij al heel lang. Zo lang dat hij (zonder dat zijn personeel het weet) bezig is met de verkoop van het bedrijf.
Pierre en Helena ondertussen,  gaan trouwen en willen een groot feest geven in een heel oud kasteel. Max en zijn team gaan het allemaal regelen. Het eten, de fotograaf, de bloemen, alles.
Tja en dan kan je er natuurlijk op wachten: er gaat van alles mis. Het wordt heel moeilijk en Pierre blijkt een veeleisende, vervelende bruidegom te zijn. Tussendoor zien we ook nog wat van de relaties van het personeel.
Op het eind komt er ook nog een inspecteur kijken en omdat alles niet helemaal is gegaan, zoals het hoort, en er een grote boete dreigt, is dat nog even spannend.
Maar... en dat is wel eens lekker, vind ik, alles loopt goed af.
Dus als je zin hebt in pretentieloos amusement mét een geweldige hoofdrolspeler, dan is dit je film.
Al met al toch een aanrader en dus is hier de trailer.

woensdag 29 november 2017

Inge Loök

De meeste Inge Loök kaarten, de Finse kaarten van de twee oude dametjes, kreeg ik via Postcrossing.
En ik dacht dat ik de hele serie compleet had. Maar laatst in Deventer was een superleuke kaartenwinkel, echt een geweldige winkel. Ik had er wel een uur kunnen rondlopen. Bovendien ontdekte ik dat er weer hele nieuwe 'dametjeskaarten' zijn.
Niet allemaal even leuk, de dames hebben ineens op een aantal kaarten een rood puntmutsje op, waardoor ze op kabouters lijken. Jammer vond ik.
Gelukkig waren er ook nog een paar echte. Die ik natuurlijk echt niet kon laten liggen.

Ha, een zweefmolen. Vroeger op de kermis, waar ik woonde,  was dat ongeveer de ruigste attractie. Vroeger op die kermis,  vond ik die zweefmolen heerlijk.
Nu vind ik het alleen nog leuk om naar te kijken. Maar de dames niet hoor, die gaan er in en genieten ervan.

't Is vast heel treurig met mij  gesteld, want hoelahoepen... dat kan ik ook al niet. Heeft niks met leeftijd te maken trouwens, want als kind kon ik het ook niet. Een tijd geleden heb ik het weer eens geprobeerd, want het leek mij handig voor de spieren en goed voor de lijn. Maar het lukte me niet.
Zielig wel een beetje hè. Ik heb zelfs nog filmpjes op internet bestudeerd om de techniek te zien. Tja...
Intussen geniet ik erg van deze kaart. Als je toch  op deze manier oud wordt...

dinsdag 28 november 2017

Hoor nu mijn stem

 Franca Treur schreef eerst het boek Dorsvloer vol confetti. Ik las het en zag ook de film die later werd gemaakt. Tussendoor schreef ze nog andere boeken, die las ik niet. Dat eerste boek vond ik goed.
Nu heeft ze een nieuw boek gemaakt, getiteld 'Hoor nu mijn stem' en ik vond het een prachtig boek.
Je moet wel enigszins geïnteresseerd zijn in het zeer strenge geloof, dat daar op Walcheren wordt gepraktiseerd: bevindelijk gereformeerd.
Of misschien ook wel niet. Het gaat niet alleen over geloof en het zich daarvan los maken. Het gaat  ook over schuld, relaties en liefde.

Eerst maar eens het verhaal, of eigenlijk zijn het twee verhalen die voortreffelijk verbonden worden.
In het eerste verhaal verliest de kleine Ina haar ouders bij een auto-ongeluk. Ze gaat dan wonen bij haar opa en diens zusters, tante Sjaan en tante Ma.
 Ina gaat mee in het geloof van opa en de tantes. Ze moet natuurlijk wel, maar ze wil ook. Ze gaat naar een reformatorische school. De mensen zijn in haar omgeving allemaal zo, er is geen radio en geen tv en ze komt dus nauwelijks in aanraking met de rest van de wereld. Ina wil zijn als tante Ma, bekeerd. Opa, degene die nog wel eens grapjes maakt en met wie ze kan lachen, sterft. De tantes, waar ze toch heel veel van houdt, blijven over. Ina en de tantes. Ina en de buurjongen. Ina en haar vriendje.
Ina is ik in deze verhaallijn
In het tweede verhaal is Ina opgegroeid, een studie psychologie gaan doen in Leiden en is ze inmiddels radiopresentatrice. Wel op een punt in haar leven dat lastig is.
Als ze terugkeert naar Zeeland om voor tante Ma te zorgen die kanker heeft, wordt ze meteen vervangen in de mediawereld waar ze werkt. En in de liefde loopt het ook allemaal niet zo best. Ina is,voor zover dat mogelijk is, van het geloof af. Ze heet geen Ina meer, maar Gina en als ze naar tante Ma en tante Sjaan gaat, doet ze een pruik over haar korte haar. In deze verhaallijn is Gina zij.

Dat ik (Ina) en dat zij (Gina) vind ik echt heel mooi gevonden, het werkt. Het maakt de verbinding.

Wat ook zo heerlijk is, is het taalgebruik van Franca Treur. Alle zinnen kloppen en door hoe ze schrijft zie je situaties en de personen, vooral de personen voor je. Echt een genoegen om te lezen, zo knap! Er zit ook humor in de beschrijvingen, vooral in het Ginadeel.

Ik heb dit boek echt een beetje moeten verwerken, zit nu nog (na drie weken) een beetje na te kauwen. Het is beslist, zeer beslist een aanrader.

Ik kijk zelden of nooit naar Pauw, te laat. Maar hij had een gesprek met Franca Treur zag ik en dat had ik opgenomen. Mooi om te zien. Ze is ook in wat ze zegt zo lekker duidelijk. Kijk eventueel zelf maar:



Ps. Ik las ook al een tijdje geleden 'De Buurjongen' van Jan Siebelink. Een boek dat zich afspeelt in hetzelfde milieu. Dat boek wordt alom geprezen en ik ben een Siebelink-fan. Heb al zijn boeken zelf en gelezen. Maar hier kon ik het niet mee worden. Ik ga er ook geen verslag van doen. Akelig en naar vond ik. Wil het eigenlijk meteen vergeten.

maandag 27 november 2017

Bos

Nou en toen we uitgekeken waren in Singer, gingen we dus wandelen. Volgens plan.

Wat hadden we een mazzel zeg. Toen we in het museum waren regende het en niet zo'n beetje.
We waren echter nog niet buiten of de zon begon te schijnen. Ook niet zo'n beetje.
We liepen over de hei. Daar kom ik niet zo vaak en ik vond het er prachtig.
Het was geloof ik niet meer Laren, maar Blaricum. Maakt niet uit, het is daar overal mooi.

We liepen echt te genieten en ik zei al tegen mijn man dat we hier maar eens vaker naar toe moesten gaan.
Ik bedoel we gaan meestal naar het strand en dat verveelt echt helemaal nooit, maar af en toe iets anders is ook nooit weg.
Helaas was toen de telefoon leeg, waar we een wandeling op hadden uitgestippeld  en verdwaalden we een heel klein beetje en kwamen we in een bos terecht.
Best mooi hoor, met dat zonlicht op de takken enzo, best wel.
Maar een bos is nou eenmaal niet aan mij besteed. Helemaal niet. Ik hou er gewoon niet van. Ik weet dat dit in de oren van bosliefhebbers klinkt als vloeken, maar het is niet anders.
Ik word somber van bossen, ik voel me opgesloten.  De zon zagen we na een tijdje niet meer en al die druipende takken... Ik wilde ERUIT
Dat lukte niet meteen, maar uiteindelijk wel en op de hei was ik weer dik tevreden. Zo'n prachtig open landschap.

We liepen nog een flink stuk, vroegen de weg aan andere wandelaars (als u de zon nu maar links houdt, komt u er vanzelf) en hadden evengoed een fijne middag.
We zaten nog niet in de auto of het ging weer keihard regen. Dat zeg ik: mazzel



zondag 26 november 2017

Singer, Laren

Kinderen bij een hek, Arina Hugenholtz (1848-1934)
We hadden een mooi plan, vorige week zondag. We gingen naar Singer in Laren,  omdat daar een tentoonstelling was die we graag wilden zien. En dan zouden we daarna lekker gaan wandelen in de omgeving. En zo is het ook gegaan.


 
Moeder en kind, Evert Pieters (1856-1932)


Het Singer museum is een oud en superleuk museum. Niet al te groot, maar toch groot genoeg om een interessante collectie te herbergen en om tentoonstellingen te organiseren, zoals deze.
Het museum is genoemd naar William Singer (1868-1943). Hij was een zoon van een steenrijke staalmagnaat, maar koos voor het kunstenaarsschap.
In Laren was zo'n honderd jaar geleden een kunstenaarskolonie gevestigd en William Singer en zijn vrouw Anna, reisden rond in Europa en verbleven er enige tijd.
Jaren later kwamen ze weer terug en lieten daar in Laren een landhuis bouwen, 'De wilde zwanen'. En dat landhuis is tot de dag van vandaag de basis van het museum.

William Singer en zijn vrouw Anna Brugh


Wat een lieve foto hè. Maar dit terzijde en terug naar de tentoonstelling: Mooiste Modernisten.
Ondertitel: De bloei van de Nederlandse kunst in de periode 1870-1940.

De moeder, Jozef Israëls (1824-1911)
De tentoonstelling begon in een zaal met meerdere moeder/kind portretten.
Ik vond dat erg leuk en de foto's die ik hier laat zien, behalve die foto van de Singers, zijn allemaal uit die zaal.
En eigenlijk ben ik nu al bijna aan mijn max wat foto's betreft.
Best jammer, want er was echt heel veel te zien. Heel veel. En ik maakte ook veel foto's. Heel veel.
Maar geen nood. Op de site van het museum kun je heel goed zien wat er allemaal is en wanneer geopend en zo. Klik
Neem vooral ook de moeite, om het filmpje over de tentoonstelling te bekijken. Als het je interesseert natuurlijk hè.

Duinen en zee te Zoutelande, Jan Toorop (1858-1928)

Nog een foto laat ik zien en dat is een detail van een schilderij. Zo knap hoe je met stippen zoiets moois kunt maken. Nou ja, Jan Toorop (daar is-ie weer) kon dat.
Ik werd er echt blij van en trouwens, dit is Zeeland. Zoutelande. Van Zeeland word ik ook blij.





zaterdag 25 november 2017

Pondkoek

Toen we op Terschelling waren en ik iets lekkers mee wilde nemen bij de bakker, zag ik dit.
Dat vind ik dan leuk, een antiek Terschellinger recept.
Ik onderwierp de bakker aan een kruisverhoor. Is het echt antiek dit recept? Is het origineel van Terschelling? Is het lekker?
En toen alle vragen positief waren beantwoord, kocht ik een Pondkoek. En inderdaad, oud en jong vonden het lekker.
Het lijkt een klein beetje op taaitaai, maar iets minder taai. Vroeger werd het gemaakt om restjes te verwerken en er gaat een pond bloem in, vandaar de naam.
Ik wist op dat moment al dat ik het wilde maken. Gewoon voor de leuk en de herinnering en het idee dat zoiets ouds nu gewoon nog gemaakt wordt.
Deze week kwam het er van.
Ik sta bijna altijd vroeg op en dus stond ik om vijf uur al deeg te maken.
Natuurlijk had ik niet zo goed gelezen en zag pas op dat moment dat het deeg eerst moest 'besterven'. Op een koele plek.
Vervolgens was ik het bijna vergeten. Maar vanochtend, na twee dagen besterven was het zover.
In het recept staat dat het deeg in een bepaalde vorm op de bakplaat moet.
Nou, daar ging het al fout, want die kenmerkende vorm kreeg ik er echt niet in.
Aangezien we ook niet op Terschelling zijn, vond ik dat geen probleem en ik deed het dus gewoon zoals ik het had uitgerold.
Het gaat om de smaak niet waar?
Voor het geval je zoiets ook leuk vindt, is hier het recept.

Pondkoek recept

  • 500 gram tarwebloem (inderdaad: een pond)
  • 250 gram lichtbruine basterdsuiker (half pondje)
  • 100 gram gesmolten roomboter
  • 2 dl melk – snuf zout
  • 6 theelepels koekkruiden
  • 1 theelepel bakpoeder
  • eventueel: een theelepeltje gedroogde koriander
Wat moet je doen?

Doe de suiker, de gesmolten boter, het zout en de kruiden samen in een mengkom en roer de ingrediënten door elkaar. Er ontstaat een soort van papje. Vervolgens doe je de tarwebloem erbij, en het bakpoeder. Laat het deeg een paar dagen (!) op een koele plaats staan. Na een paar dagen smeer je een bakplaat in met boter en leg je het deeg in de typische pondkoek vorm (25cm x 15cm) op de bakplaat. De randen maak je iets dikker; je rondt ze als het ware af. Als het goed is is de koek nu een halve centimeter hoog. Je doet de bakplaat met de koek erop in de oven (voorverwarmd op 175 graden). Na 40 minuten is het pondkoek recept klaar. Als de koek is afgekoeld dan snijd je de koek in plakken. Easy does it!   

Behalve de vorm deed ik alles wat er staat.
Echt heel nauwkeurig gewogen, heel precies alles gedaan.
Maar toch is er iets fout gegaan, want mijn koek is heel hard geworden. Keihard mag ik wel zeggen.
De smaak is prima, maar ja verder lijkt hij, op het gewicht na, in niets op de Terschellinger pondkoek.
En van snijden in plakken is al helemaal geen sprake. Ik mag blij zijn als ik er een stuk van kan afbreken zonder een hamer te gebruiken.
Zoals ik al zei: het gaat om de smaak!

Nou ja, toch weer een ervaring rijker en die koek komt heus wel op hoor. Geen probleem.
In diezelfde bakkerij zag ik trouwens ook nog deze doos.
Boterbiesjes, die kreeg ik vroeger wel eens bij mijn opa. 'Wil je een boterbiesje, Bertie?'
De naam is leuk en de herinnering ook. Maar ik denk niet dat ik boterbiesjes ga proberen.
Pondkoek is voorlopig mijn laatste baksel.





vrijdag 24 november 2017

WFdeals en... sherry


Bij mij in de buurt heb je WFdeals. Dat is een organisatie die vrijwel dagelijks met nieuwe 'deals' op de proppen komt. Allerhande goedkope aanbiedingen.
Er zijn vast in andere regio's ook dit soort clubjes.
Vaak zijn het etentjes en lunches, die in de aanbieding zijn.  Maar ook wel eens yogalessen of een massage of een workshop van het een of ander.
Ik heb er nu voor de tweede keer gebruik van gemaakt.
Deze keer was het een High Wine en nog wel  in de Hoofdtoren. Je ziet de toren op de foto. Gelegen op een van de mooise plekjes van Hoorn en binnen is een restaurant. 
De eerste dertig jaar dat wij hier woonden heb ik er nooit gegeten. Toen een keer wel en daarna vierde ik er,  met vrienden en familie,   mijn  zestigste verjaardag.
En nu dus die high wine. We hadden om vijf uur gereserveerd, zodat we dit als maaltijd konden beschouwen.
En dat was goed gezien want we hadden echt meer dan genoeg.
We kregen, voor 14 euro pp, vijf hapjes.
Een toastje met kaas, warm. En zalmhapje,  iets met kabeljauw en een steak. Alles mooi opgemaakt. Verder nog een heerlijk dessert met ijs.Daarbij,  bij iedere gang,  een glas wijn.  Te beginnen met prosecco, witte wijnen bij de vis en rode bij de steak.
We deden er lang over hoor, ik denk bijna drie uur.
Maar na vier glazen wijn ben ik echt wel aan mijn tax. Toen kwam bij het dessert nog een laatste glas. En dat was sherry!
Huh? Sherry?

De laatste keer dat ik dat dronk, was, denk ik,  bij een sherry- kuur.
Ja mensen, dat had je vroeger, een sherry-kuur. Dat was een soort dieet waarbij je flink zou kunnen afvallen. Ik deed 'die kuur' met mijn moeder en voor zover ik me herinner bestond het uit biefstuk en sherry.
De grappen over lallende huisvrouwen zullen niet van de lucht geweest zijn, maar het werkte wel.
Toch vond ik sherry toen ook al niet lekker en heb het daarna ook nooit meer gedronken.
In die tijd was het trouwens een geliefd drankje, het werd je aangeboden op bruiloften en partijen. Nu nooit meer, geloof ik.

Hoe dan ook, we kregen dus een glas sherry.
Ik zei nog tegen de jongen die ons bediende, dat ik bedankte, maar het was zo'n leuk joch (ja, ik weet het ik praat wel veel, dat hoor ik wel eens vaker, maar dan moet u het gewoon zeggen hoor als ik te veel praat, dan hou ik mijn mond) en hij keek teleurgesteld, dus daar kwam de sherry.
Ik proefde, een klein slokje.
En nog een en nog een. En voor ik het wist was de sherry op. Glas nummer vijf.
Ik was nog genoeg bij zinnen om te informeren naar de naam, want ik vond het werkelijk heerlijk. Sherry Ximénez heet het en vorige week kocht ik een fles. Het lijkt in niets op de sherry die ik me herinner, het is vrij zoet en het lijkt een beetje op port.

Deze week hadden we eters en het smaakte wederom heel goed bij de koffie, na de maaltijd. In mijn geval ook zonder koffie. 
En toen we de volgende dag terug kwamen van een crematie en de open haard en de kaarsen aan deden, smaakte het ook voortreffelijk. 
Sherry Ximénez,  wij houden hem er in!


Ps. Die sherrykuur was heel slecht, ik heb het nog even opgezocht:

donderdag 23 november 2017

Een bijzonder Roodkapje. En Lou Louber (Loeber)

'Voor Bettie, die wel weet hoe dit sprookje afloopt' staat er op deze kaart. En ook: 'Waar we ook zijn, we denken altijd aan jou'.
Ha, is dat niet mooi? Mensen die altijd aan je denken, waar ze ook zijn?
Dankjullie wel B&M. Ik vind  kaart nr. 129 echt fantastisch.

Vooral omdat-ie totaal anders is dan alle andere kaarten die ik ontving.
Dit is een glasschildering, gemaakt door Lou Louber (1894-1983). Hij werd gekocht in Singer Laren.
Het stomme is dat ik daar afgelopen zondag was. Ik heb de kaart niet gezien. Terwijl ik wel bij de kaarten heb gekeken.
Maar misschien was ik gewoon te zeer onder de indruk van de tentoonstelling waarvoor we naar het museum gingen. Dat zou kunnen, want die was prachtig. Ik zal er later over bloggen.
Terug naar Lou Louber.
'Hoe zal je dat trouwens uitspreken?', dacht ik.  Loe Loeber zou ook kunnen, toch?
Natuurlijk ging ik op zoek en wat blijkt? Het is een vrouw en Lou komt van Louise. Dan zal het dus als Loe worden uitgesproken. En behalve op de kaart, zie ik overal staan Loeber. Dus dat is ook duidelijk.
Nah lekker belangrijk. En al is ze nog zo mooi, Lou, het gaat natuurlijk om haar werk!
En dat werk spreekt me erg aan. Er is ook veel over haar te vinden op het wereldwijde web. Dus ik ga me er nog eens even goed in verdiepen. Wat ik hier laat zien, afgezien van Roodkapje, zou ik zo aan de muur willen hebben.




Jahaa, Bertie, droom maar lekker verder!


Eigenlijk kan ik het niet uitstaan dat ik nog nooit van deze vrouw had gehoord en dat haar werk me tot nu toe niet was opgevallen. Kent iemand haar?

woensdag 22 november 2017

Murder on the Orient Express

Ziehier de cast van de film Murder on the Orient Express. Als je kijkt naar de kleding en de bijbehorende hoofden, weet je al een beetje in wat voor sfeer de film zich afspeelt.
Vooraan rechts zit naruurlijk Hercule Poirot, de beroemde Belgische detective.
Hij is naast Miss Marple,  de belangrijkste detective uit de  boeken van Agatha Christie.
Het is gek, ik heb Murder on the Orient Express gelezen en ik weet ook zeker dat ik de vorige film met dezelfde titel heb gezien.
En toch wist ik in het eerste deel van de film niet meer hoe het ook al weer zat.
Nou was ik ook even in slaap gevallen, (niet uit verveling, maar gewoon omdat ik bijna altijd in slaap val in de bioscoop), dus dat had er mee te maken.
Maar ook toen ik weer wist waar het om draaide, wist ik toch weer niet hoe het afliep.
Lekker makkelijk hoor:  een boek lezen, een film zien en dan gewoon na wat jaren opnieuw kunnen kijken.
Ik heb erg moeten wennen aan déze Poirot, maar het leek net of hij in de film groeide en halverwege was ik helemaal met hem verzoend.
En zie je die vrouw links boven? Ik heb steeds maar zitten bedenken waar ik haar van kende. Pas nu ik dit schrijf, schiet het me weer te binnen.
Deze dame hieronder, echt een DAME, nl Dame Judi Dench, krijgt een extra foto. Ze ziet er zo geweldig uit:

En verder kan ik natuurlijk niet al te veel vertellen over het verhaal van de film. Dat zou jammer zijn voor mensen die hem nog niet kennen. Maar een klein samenvattinkje kan best.
Hercule Poirot bevindt zich in de Orient Express en dan wordt er iemand vermoord. De trein ontspoort, niemand kan weg en dus zit de moordenaar in de trein. Poirot vindt natuurlijk uit wat er precies gebeurd is.
Dat is het en omdat ik het een leuke film vond, niet meer en niet minder, kan de trailer hier niet ontbreken.
Maar dat doet-ie wel, het lukt niet om hem te plaatsen. Jammer.

Ps: Oh wat zou ik graag in die Orient Express rijden. Ik geloof dat het nog steeds kan, maar ja... tussen droom en daad...
Ps 2: Als je de film gaat zien, moet je bij het slot nog even heel goed opletten. Daar gebeurt iets grappigs op het moment dat Poirot weg loopt. 


dinsdag 21 november 2017

The Hate U Give

Dit boek, van Angie Thomas, was een tijdje geleden het te lezen boek in de leesclub van Els. Het leuke van die club is dat zij meestal komt met boeken die ik niet gekozen zou hebben. Deze titel ook, een rare titel, ik zou er voorbij zijn gelopen. Maar... wat ik er over las stond me aan dus ik wilde het lezen. Helaas was het niet in mijn bieb. Jammer, ik koop geen nieuwe boeken meer, dus het ging over. En toch kreeg ik een paar dagen geleden een berichtje dat het gereserveerde boek er was. Hoera, ze hebben het gewoon ingekocht. Spiksplinternieuw.

Enfin, het boek:

Starr Carter, een zwart meisje, heeft als kind meegemaakt dat haar zwarte vriendinnetje Natasha werd doodgeschoten.
Starr woont in een armoedige, zwarte wijk waar haar vader een winkel heeft.
Ze gaat wel naar een dure school, met veelal blanke leerlingen. Haar beste vriendinnen zijn ook blank, evenals haar vriendje Chris. Maar Starr heeft ook een zwarte  vriendin in haar eigen buurt.
Starr is zestien.
En nu gebeurt het weer.  Starrs jeugdvriend Khalil met wie ze opgroeide, wordt door de politie doodgeschoten, terwijl hij ongewapend was en er ook verder geen enkele aanleiding was.
Starr is erbij.
De buurt waar iedereen elkaar kent, komt in opstand, want de politie beschermt, min of meer, de agent die schoot. Toch wordt er ook gezegd dat Khalil het er zelf naar heeft gemaakt, dat hij drugsdealer was. Dat is dan in haar blanke wereld.
Starr moet kiezen, haar twee werelden botsen. Maar ze doet het, ze kiest en dat is niet een makkelijke keuze. Het brengt zelfs haar leven in gevaar en niet alleen háár leven.

Zittend op mijn veilige, blanke eilandje, was ik onder de indruk van dit boek. Een boek waarin naast racisme, politiegeweld, wapenbezit ook liefde, trouw en vriendschap aan de orde komen. Het zal zo gaan denk ik, wederom vanaf mijn veilige eilandje. Het zal zo gaan in de wereld van Starr en veel anderen.  En dat maakte dit boek nogal confronterend.

De titel is ontleend aan een tekst van de rapper Tupac. Daar heb ik wel eens van gehoord, van die Tupac, maar ik luisterde niet naar zijn raps en zijn teksten en dat ga ik ook nu niet doen. Hoe dan ook, ik snap het niet helemaal en daarom doet de titel naar mijn mening afbreuk aan het boek. En dat is jammer want het is echt een goed boek.

maandag 20 november 2017

Vals kreng

Vrijdag was het heerlijk weer. Zacht, geen wind en volop zon.
Ik was aan de wandel, heerlijk aan de wandel, genietend van het pas geploegde land, dat donker afstak  tegen het groene weiland en de blauwe lucht.
Ik was ongeveer op de helft van mijn 10.000 toen ik besloot terug te gaan.
Ik draaide me om en achter mij zag ik een andere wandelaar komen.
Ik dacht a. dat ik wat door moest lopen en b. dat ik niet ingehaald wilde worden.
Maar echt belangrijk vond ik het niet.
Toch werd ik ingehaald en niet zo'n heel klein beetje ook. Ze was eerst echt nog een stuk achter me, maar ze liep me voorbij en was al vrij snel een stuk vooruit.
En als ze nou jonger en soepeler geweest was dan ik ben... maar dat was niet zo. Ze was denk ik van mijn leeftijd en zelfs haar benen waren niet veel langer dan die korte pootjes van mij.
Dat was allemaal nog niet heel erg geweest, hoogstens een tikkeltje irritant,  als het niet zo'n vervelend, arrogant  type was geweest.
Ik loop daar vaak en  ik word ook wel vaker ingehaald. Zelf haal ik ook wel eens iemand in.
Er worden dan meestal geen uitgebreide gesprekken gevoerd, dat niet.
Maar een vriendelijk groet en even een opmerking over het weer of zo, dat gebeurt eigenlijk altijd.
Zo niet deze dame.
Een hooghartig knikje was mijn deel en zelfs dat kon er amper af.
Trut, in d'r trainingspak en met d'r flesje water.
En maar doorstampen op d'r wandelschoenen. En de afstand steeds maar groter maken. In mijn hoofd hoorde ik haar gemene lachje.

Mijn hardloopverleden ligt nog niet zo ver achter me. Op zo'n wandeling loop ik meestal, als ik geen pijn heb, ook een klein stukje hard.
Twee minuten meestal en dan na een stuk nog eens twee minuten. Of een minuut. Ben ik ook weer sneller thuis. Dus dát kan ik nog wel.
Ha, daar maakte ik nu gebruik van. Ik ging  stiekem, steeds een stukje hard lopen, zo min mogelijk geluid makend.
Als er een brommer achter me aan kwam of een fiets, liep ik extra, want dan kon ze het geluid van mijn voetstappen  niet horen.
Het leek een beetje op het spel Anna Maria Koekoek. Dat spel waar bij Anna Maria met haar rug naar de andere kinderen staat, bij een muur. Die andere kinderen staan bij een startlijn op enige afstand en moeten stuk voor stuk  proberen dichter bij Anna Maria te komen, zonder dat die de beweging ziet. 'Anna Maria Koekoek', roept dan het kind bij de muur en draait zich snel om. Wie dan nog beweegt moet terug.
Ik was altijd al heel goed in dat spel.

Enfin, op deze manier kwam ik steeds wat dichterbij en werd de afstand tussen ons kleiner.
Zij keek niet een keer om, niet een keer.
Tot we aan het eind van het pad kwamen. Het punt waar zij naar rechts ging en ik naar links moest.
Vlakbij was ik inmiddels
Toen keek ze.
Ze zag me  en de verbijsterde blik in haar ogen was werkelijk alle moeite waard.

Ja ik weet het hoor, ik ben heel kinderachtig. En ook erg vals. Een vals kreng.
Maar eh om eerlijk te zijn, ik heb er ... aan.

zondag 19 november 2017

Aan de oever van de Rotte

Ha, gisteren stond ik ineens aan de oever van de Rotte.

Kijk dit is 'm dan.
En nu zal ik niet zeggen dat het staan aan de oever van de Rotte nummer 1 op mijn bucketlist was, maar ik vind zulke dingen wel heel erg leuk. Nog nooit had ik aan de Rotte gestaan en nu dus wel. Hoe bijzonder!
Het liefst zou ik daar ter plekke in gezang zijn uitgebarsten, maar ja ik was daar niet alleen en de tekst van het beroemde lied 'Aan de oever van de Rotte',  kende mijn maatje niet.  En om daar nou in m'n eentje te gaan staan zingen...
Ik stond daar nota bene met een echte Rotterdamse, die zowat aan de Rotte wóónt, maar desalniettemin dit dramatische lied niet kende...
Tsss, het is gewoon cultureel erfgoed.
Een schande vind ik het. Ook de echtgenoot van deze  Rotterdamse kende het lied niet. Nou vraag ik je.
Ik heb het nog wel eens aan een klas kinderen aangeleerd,  uiteraard net voor we op kamp gingen. Die kinderen vonden het fantastisch.  Dat zeg ik... cultureel erfgoed!
(Overigens leerde ik zo'n klas ook het Wilhelmus als ons verleden ter sprake kwam, zonder dat het door de regering verplicht was gesteld, haha)




Enfin, dit gezegd hebbende, meld ik dat het hier ging om Els. Van het blog KnutzEls  
Zij is die Rotterdamse.
Op dit minpuntje na,  hadden Els en ik een mooie dag.
We gingen een workshop doen. Kaarten maken olv. Corine van Kuilenburg.
Met oxyde inkt en stempels.
Ik maak nooit kaarten; toch kan ik het geleerde goed gebruiken voor ATC's
De kaarten die ik nu maakte, zijn niet heel erg gelukt. Ik had niet anders verwacht, in zo'n gezelschap kan ik dat gewoon niet zo goed.
Toch heb ik er wel veel van geleerd, precies de bedoeling van een workshop toch?
Straks ga ik in alle rust een klein beetje oefenen
Dit zijn niet mijn kaarten, maar zo zie je in ieder geval wat de bedoeling was:


Leo en Els haalden me van het station en brachten me er ook weer naar toe. Els had een heerlijke ovenschotel gemaakt en tussendoor kletsten we natuurlijk, zoals we dat altijd doen. Misschien door de workshop iets minder dan anders.  Dat komt wel weer een andere keer.
Els en Leo: dankjulliewel! Het was fijn.




zaterdag 18 november 2017

Twee kaartjes


Kijk wat een schattige kaartjes. Een tijd geleden kocht ik ze op de Noordermarkt.
Ze zijn allebei gericht aan Willy Redegelt. Kan een meisje of een jongetje zijn, maar hoe dan ook, hij of zij bevond zich in 1934 in de ' Kinder Kleniek' van het Binnengasthuis. Kijk maar:

Ik ben dan wel zo dat ik ga googelen op Willie Redegelt. Maar meestal vind ik niks. Bijna niks. Het heeft natuurlijk geen zin om op Marietje Visser te googelen, want hoeveel Marietjes Visser zullen er wel niet geweest zijn in de loop der jaren.
Maar de naam Redegelt had ik nog nooit gehoord, dus denk ik meteen dat het een niet veel voorkomende naam is. En dat is dan misschien een kans.

Enfin, om kort te gaan: ik kwam uit in Duivendrecht. Dat was al mooi, want het kan natuurlijk best zijn dat een ziek Duivendrechts kind naar het Binnengasthuis in Amsterdam moest. Ik las het volgende in het blad Oud- Duivendrechtse Saeken:

'De melkhandel van de familie Redegeld, met een D is voor mij de oudste melkhandel van Duivendrecht: de heer Redegeld verzorgde tevens fietsreparaties. De familie bestond uit vader Jan Redegeld, de moeder en drie dochters Willy, Jo en Tonia. Redegeld kon niet werken, had een fistel in de rug, liep krom en met een stok. Zij begonnen een melkhandel. Zijn vrouw kwam 's morgens met een melkkar waarop gepoetste melkbussen stonden. Verkocht de losse melk per liter bij de burgerhuizen die er toen in Duivendrecht stonden. Helaas is zij toen in de bocht van de toenmalige Rijksweg aangereden en overleden (omstreeks 1930?). Willy Redegeld is later getrouwd met Dirk Andriessen. 

Best een zielig verhaal hè, met dat ongeluk van die moeder. Daarna werd er natuurlijk niet meer zo goed gezorgd voor de kleine Willy, waardoor ze ziek werd en... en.. Ik zou er een boek over kunnen schrijven.

Verder kwam ik niet. Ja ik vond ook nog een hele slechte foto van de kleuterschool Sint Joannes met daarop o.a. Willy Redegeld.
Maar ja, er zijn natuurlijk veel meer hondjes die Fikkie heten, dus het is volkomen onzeker.

Heeft dit enig nut? Nee hoor, helemaal niet. Maar ik vind het gewoon leuk om zo een beetje te speuren. Anders ga ik me maar vervelen natuurlijk en dat moet niet. Dat snap je wel.

Ik zou verder heel graag iets willen weten over de tekenaar van de kaartjes. Dat heeft me ook al veel tijd gekost, maar ik kom geen mm verder.
Tja... soms ontdek je iets, zoals hier bijvoorbeeld, klik
En soms helemaal niet!




vrijdag 17 november 2017

Wind River

 Het verhaal van deze film:
Cory Lambert is een wildjager en een speurder. Hij werkt in het koude, bar koude indianenreservaat Wind River. Bevroren landschap.
Cory moet bijvoorbeeld wolven doden als dat nodig is voor de veiligheid van dieren op een boerderij.
Op een dag is hij aan het jagen en ontdekt het bevroren lijk van Natalie, een tiener en native American. Afkomstig uit het reservaat.  Zijn eigen dochter was met haar bevriend.
FBI-agente Jane Banner wordt ingeschakeld om de moord te onderzoeken. Zij is nog heel jong en onervaren.  Ze wordt tijdens haar onderzoek begeleid door Cory, die haar wegwijs maakt, in de kou van Wyoming en door Ben Shayo de plaatselijke politieagent. . Hoewel Jane en Cory zeer verschillend zijn, moeten ze samenwerken om de moord op te lossen, maar ook om zich zelf te beschermen.

De film kun je bekijken als een thriller, maar er zit meer achter. Liefde, rouw en verdriet. Ik vond het een hele mooie film, ik was onder de indruk.
Daarom hier de trailer:




donderdag 16 november 2017

Laatste dagen op Ellis Island

Wij waren verschillende keren in New York, mijn favoriete stad.
Een van de keren dat we er waren bezochten we Ellis Island.
Dat is het eiland waar immigranten vroeger aankwamen en o.a. een medische keuring moesten ondergaan.
Er zijn er miljoenen geweest, tussen 1892 en 1954, rond de twaalf miljoen.
Mij heeft het altijd gefascineerd. Dat mensen alles achterlaten, familie, vrienden en soms wat spullen, om opnieuw te gaan beginnen, de kans op een beter leven.
De hoop die die mensen koesterden, maar ook het verdriet. En het was een andere tijd hè, de contacten met het oude land verliepen moeizaam, of niet. Niet zoals nu bij ons, dat je iemand spreekt heel ver weg en dat het lijkt of diegene naast je zit.
Op Ellis Island, dat nu een museumeiland is, heb ik mijn ogen uitgekeken. Werkelijk.
We hadden in New York heel veel te doen natuurlijk, iedere keer weer, dus we zeiden dat we hier beslist nog eens naar toe wilden. Dát is er niet van gekomen en dat gaat ook niet meer gebeuren, maar de fascinatie is gebleven.
Toen ik dan ook vorige week in de bieb dit boekje zag liggen, nam ik het meteen mee. En ik kon ook niet eerst mijn andere boeken uitlezen, nee, dit moest eerst. Geen twijfel mogelijk.
Het is maar een dun boekje, recent verschenen. Geschreven door Gaëlle Josse, die er de Europese Literatuurprijs mee verdiende. Terecht in mijn ogen.
Ze schrijft mooi en het verhaal is boeiend. Verhaal ja, want het is fictie. Ik dacht aanvankelijk dat het echt was, maar dat is niet het geval. Gaëlle Josse bezocht Ellis Island in 2012, raakte ook gefascineerd en voelde een paar weken later dat dit boekje er moest komen.

Het verhaal:
Het is 1954 en John Mitchell, de directeur van Ellis Island, de man die er vanaf 1910 werkte en woonde, staat op het punt het eiland te verlaten voor de laatste keer. Hij heeft nog negen dagen voordat de Immigratiedienst alles komt afsluiten, voorgoed. 
Zijn werk is klaar, de dossiers kloppen, alles is geordend en gearchiveerd, eigenlijk heeft hij niets meer te doen. 
Alleen nog terugkijken op wat er allemaal gebeurd is, met de immigranten, maar ook in zijn persoonlijke leven. 
Alleen nog terugkijken en dat doet Mitchell door een aantal gebeurtenissen op te schrijven. Terugkijken, maar ook afrekenen met wat hem persoonlijk het meest heeft geraakt en wat hem heeft beïnvloed. Afrekenen met zijn schuldgevoelens ook.
Het verhaal begint met een gelukkige periode, die helaas te kort duurde en waarin John getrouwd was met Liz, een verpleegster die ook op het eiland werkte. Als lezer kom je er heel wat te weten over de gang van zaken.
Daarna vooral het verhaal van immigrante Nella Casarini en haar broertje Paolo. Zij waren Italiaanse immigranten en kwamen aan met de stoomboot Cincinatti.  John Mitchell zou het liefst deze boot, die aankwam in 1924,  uit de archieven verwijderen. Dat doet hij niet en hij vertelt wat er allemaal gebeurd is. 

Ik vond het boek (154 blz.) mooi en indrukwekkend. Een aanrader.

Wat ik zei, de schrijfster heeft fictie gemaakt, maar het zou zomaar zo gegaan kunnen zijn. Toch zijn er drie figuren in het verhaal,  die gebaseerd zijn op mensen die er echt waren.
De belangrijkste van die drie is de klerk A. F. Sherman, die er ook werkte. Hij maakte op persoonlijke titel tussen 1905 en 1925 heel veel foto's van immigranten. Die zijn op Ellis Island te bewonderen. In het echt.
In het boek heeft deze man een nare rol, 'maar', zegt de schrijfster, 'ook dat is fictie'.

Ik laat drie van zijn foto's zien, gevonden op Internet



Deze natuurlijk, omdat ook Nederlanders emigreerden, mét hun kinderen.

Deze Italiaanse vrouw, omdat het zomaar Nella  Casarini uit het verhaal geweest zou kunnen zijn.

En tenslotte deze, omdat het precies het beeld geeft van hoe het naar mijn idee was:



woensdag 15 november 2017

Eigen Atc's

Op verzoek laat ik nu een paar van mijn eigen Atc's zien.
Eigenlijk een collage van mijn eigen collagetjes. Want dat is wat ik doe, knippen, plakken, stempelen.Papiertje uitzoeken, achtergrondje schilderen. Kleine collages maken.
 Het ziet er misschien simpel uit en dat is het ook wel, maar toch ben ik altijd lang bezig aan een kaartje. Een uur, anderhalf uur. Soms nog langer. Ik leg zo'n kaartje ook wel eens even weg en begin dan later weer opnieuw.  En je wilt niet weten hoeveel ik weg gooi.
Het fijne is dat het zo klein is. Ik zit lekker te tutten achter mijn bureau, radio aan. Ik maak altijd veel rommel, maar het is ook zo weer opgeruimd.
Enfin, zolang er nog mensen zijn die willen ruilen, ben ik tevreden.

Zelf vind ik de postzegelman wel leuk geworden en de boodschappenvrouw.
En mochten er nu mensen denken 'hmmm toch wel leuk om eens te proberen',  ik wil wel ruilen hoor. 

dinsdag 14 november 2017

Broadway


Het koor waar ik zeventien jaar lang heb gezongen bestond dit jaar vijfentwintig jaar. En dat betekende een jubileumvoorstelling.
Ik weet wat een gigantische klus dat is. De Parkschouwburg drie avonden en een middag bezetten, vier voorstellingen geven dus.
Bij Broadway wordt alles tot in de puntjes geregeld, echt alles.
Er is een fantastisch combo, de dirigent is een prof en de regisseur ook. Daarbij komt ook nog een groep dansers olv een choreografe en dan kun je eigenlijk niet meer spreken van een amateurkoor.
Ja, ik weet hoe hard en hoe lang er geoefend wordt. Op de liedjes en vooral ook op de bewegingen. Het ziet er strak uit, maar 160 mensen gelijk hun hand laten opsteken, 160 mensen laten verplaatsen op het toneel, 160 mensen zich laten verkleden (5x), acht solisten uit het koor begeleiden,  dat vergt oefening. Maar dan heb je ook wat!


Ik ben twee keer geweest. Zo geweldig vond ik het.
De eerst avond was ik met mijn dochter. Die vond het ook fantastisch, maar zij en ik zijn enigszins bevooroordeeld, omdat onze man en vader nog steeds meezingt met het koor. Hij is echt al vijfentwintig jaar lid.
Maar de tweede avond ging ik met een vriendin die het koor nog nooit had gezien en ze heeft erg genoten.

Ik heb wel eens betere foto's gemaakt. De eerste avond had ik er niet eens aan gedacht, zo geboeid was ik. En ook de tweede keer bedacht ik pas na de pauze dat ik dat wel eens kon doen. Ik laat ze dan ook alleen maar zien omdat je dan kunt zien hoe afwisselend de opstelling van het koor en de kleding is. Evenals trouwens de achtergronden al zie je dat dan weer net niet.

En dan de volgende morgen snel naar beneden om de recensie in de krant te lezen. Nou, de recensente had ook genoten hoor:



Ps. De man met de hoed op foto 2 is die van mij.
Ps.ps. De vrouw in de zwarte jurk, vooraan op foto 1, die vrouw heeft jaren achter me gestaan bij de alten. Natuurlijk kon ze zingen, maar in die tijd soleerde ze niet. Nu wel en wow wat een stem, wat een uitstraling, zo goed!

maandag 13 november 2017

Artist Trading Cards

Kijk, dit zijn een paar Atc's die ik de laatste tijd ontving van over de hele wereld.
Geruild met de makers. Veel Amerika, trouwens.
Ik vind het heksje (bovenste rij) het allerleukst, omdat de maakster het stempeltje zelf heeft gemaakt. Zo leuk gedaan. Die maakster kwam trouwens niet uit Amerika, maar gewoon uit Friesland.
Ik heb nog veel meer geruild, het gaat eigenlijk altijd wel een beetje door. Maar deze zijn vrij recent.
Tja, een mens kan er maar lol in hebben. 
Ik doe het al zeker tien jaar, Atc's maken en ruilen. Soms eens even niet, maar dan gaat het na een tijdje toch weer kriebelen.
Ik ben ook altijd op zoek naar materiaal. Plaatjes vooral.
Het is echt een leuke hobby. Wel jammer dat de postzegels zo duur worden. Maar ja, andere hobby's kosten ook geld.

En voor degenen die hier nieuw zijn en niet weten wat een Atc is: dat is een klein kaartje met een vastgestelde maat (6,4 x 8,9). Je bewerkt zo'n kaartje, je maakt er iets leuks van en hoe je dat doet is helemaal vrij, de mogelijkheden zijn oneindig. Je knipt, plakt, stempelt, tekent, schildert, wat je maar wilt. Het enige dat vast staat is de maat.
Dan plaats je ze ergens waar anderen het kunnen zien, tegenwoordig vaak op Facebook en dan ga je ruilen.En dan levert dat leuke post op en soms leuke contacten. Dat is het.

zondag 12 november 2017

Meester van het licht

Ik had helemaal geen zin meer in de tentoonstelling: Emanuel de Witte, 1617-1692, Meester van het Licht.
We waren in het Stedelijk museum in Alkmaar net naar het verhaal van de beerput geweest. Met de ring en het prachtige schoentje van Maria Tesselschade en ik had daar zeer van genoten. Klik
In het zelfde museum was Emanuel de Witte.
Ik wilde niet gaan, maar omdat we er nou eenmaal waren, gingen we toch.
Ik dacht: 'Ik loop er in en er meteen weer uit en dan ga ik even in de museumwinkel snuffelen. Of een kopje thee drinken, terwijl mijn man kijkt, want die wil altijd in kerken kijken'.
Maar ik liep er helemaal niet uit. Integendeel, ik heb de meeste schilderijen uitgebreid bekeken. En dat kwam door het eerste schilderij

Emanuel de Witte schilderde kerk-interieurs. Dit is er zo een, het is het interieur van de Oude Kerk in Delft en het werd geschilderd in 1650 of 1652.
Zie je die jongetjes die daar lekker op een zuil staan te tekenen? En dat hondje, in het volle licht?

Ha, ik was meteen verkocht.
Zo waren er veel interieurs te zien. Ik vond dit ook een hele mooie:


Dit is het interieur van de Nieuwe kerk in Delft en het werd geschilderd in 1656. De man in de rode mantel trekt de blik van de kijker naar het graf van Willem van Oranje. En dan die jongen met die honden. Kijk:

Zo wil ik wel kerk-interieurs bekijken hoor. Er waren opvallend veel honden te zien op de doeken. Erg mooi.
En trouwens er waren niet alleen kerkinterieurs. Ook niet alleen uit Delft. Zo was bijv.  de Nieuwe Kerk in Amsterdam vereeuwigd evenals de Oude Kerk.
Dit was er ook:


 Het is het portret van Adriana van Heusden en haar dochter op de Vismarkt in Amsterdam. Geschilderd in 1662/1663.


Die Adriana was de huisbazin van Emanuel de Witte. Die kwam weliswaar uit Alkmaar, maar woonde en werkte in Amsterdam.

Wat ik bovendien heel erg leuk vond, was dat in de ruimte waar de schilderijen hingen, heel wat bidstoeltjes waren geplaatst. Je kon er zitten en je even in een kerk wanen. Wat een goed idee. En je ziet dat het licht niet alleen op de schilderijen bijzonder was.


Dit was dus een tentoonstelling waar ik nooit speciaal voor naar Alkmaar zou zijn gegaan. Echt niet.
Maar wat vond ik het leuk. Echt geluk gehad dus.
Je kunt er nog heel lang heen hoor, tot 21 januari 2018. Meer info: klik




zaterdag 11 november 2017

Back to Terschelling

Er zijn mensen die echt heel erg van vuurtorens houden. Ik ook.
Al is dit niet mijn raam. Dit is het raam van een Terschellinger die vlak onder de Brandaris woont.
't Is een aparte vuurtoren hoor, die Brandaris.
Genoemd naar een Ierse abt, Brandaan, die ooit een zeereis van zeven jaar ondernam om het Beloofde Land te vinden.
Hij werd de beschermheilige tegen het vuur én de beschermheilige van de zeevarenden.

Gezien de branden die door de Engelsen werden aangestoken (1666) en waar ik eerder over vertelde,  een zeer gepaste naam.
De toren is echt sterk, stevig en robuust.
Je ziet hem altijd als je op Terschelling aankomt, vanaf de boot en ook als je weer vertrekt.
En je ziet hem vanaf heel veel plaatsen op het eiland.


Hij staat er al zo lang.
De eerste Brandaris was van 1323. Die stortte in zee (eilanden verplaatsen zich).
Deze dateert uit 1594.
Hij is met zijn zeven verdiepingen 53 meter hoog. Het licht zit iets hoger.
Tja, er is nog wel meer te vertellen over de Brandaris. Dat het de oudste vuurtoren is, dat hij nog steeds in gebruik is, nu om de Waddenzee te controleren.
Maar ik vind het welletjes.
Ik heb nog een foto die ik perse wil laten zien. Het is een boom, op een duintop.
Fietsend over het eiland zagen we die boom zo vaak, dat we er beslist  naar toe wilden wandelden/klimmen.
Ook deze boom is, net als de Brandaris, zo bij Terschelling horend vind ik.


 Ik zou eigenlijk graag alle waddeneilanden willen bezoeken. Ik was tot nu toe alleen op Terschelling en op Texel.
Maar mijn man en mijn dochter willen volgend jaar weer de Berenloop doen. Ik hoop het van harte en ga dan zeker mee.