Over dit boek van Monique Polak las ik een stukje in een blad toen we in het Joods Historisch Museum waren. Tegenwoordig heb ik altijd een klein opschrijfboekje in mijn tas en ik noteerde de titel. Vervolgens 'bestelde' ik het boek in de bieb. En het kwam, he-le-maal uit Roelofarendsveen. Handig hoor.
Het is het verhaal van het veertienjarige joodse meisje Lotte. Haar vader is de tekenaar Jo Spier. Lotte komt in 1943 met haar ouders en broertje terecht in Theresienstadt en zij en haar familie genieten daar een voorkeursbehandeling. Dat komt door de tekeningen die haar vader maakt voor de nazi's: propagandatekeningen. Theresienstadt moest een modelkamp zijn. Spier werkte mee aan een film over dat modelkamp. Die film was bedoeld om het Rode Kruis er van te overtuigen dat het goed toeven was daar. Op verzoek heeft Spier toespraken gehouden waarin hij zijn kampgenoten opriep te doen wat de Duitsers wilden. Deze aktiviteiten werden hem natuurlijk niet in dank afgenomen. Collaboratie, gebrek aan solidariteit wordt het gezin verweten en Lotte denkt daar over na.
Na de oorlog werd Spier achtervolgd door roddels en verhalen over zijn kamptijd en het gezin sloeg min of meer op de vlucht naar Amerika.
Monique Polak is de kleindochter van Jo Spier en dit is dus het verhaal van haar moeder.
Het is weer een jeugdboek (ik lees heel wat jeugdboeken de laatste tijd) en ik vind het een aanrader. Het dilemma is interessant.
Nb.:Ik zie nu trouwens dat ik schreef dat het gezin een voorkeursbehandeling genoot. En dat is wel erg. Er wérd niet genoten in Theresienstadt.
Ik moet nog ergens een boekje van Jo Spier hebben, "dat alles heeft mijn oog gezien".
BeantwoordenVerwijderen