Voor mijn dochter kocht ik met Anna's verjaardag een superleuk kookboek, getiteld Easy Peasy. Met veel tips en recepten voor een gezonde voeding voor kinderen. Ik dacht dat komt dan direct Anna ten goede en cadeautjes krijgt ze toch wel. (Ook van ons, hihi)
Nienke is al sinds de eerste vaste hapjes erg goed bezig met wat Anna eet. Ze maakt alles vers in een stoomapparaat, geen potjes. Combinaties die ik niet zou bedenken voor een baby maakt ze, maar Anna geniet er meestal erg van. Geen zout, geen suiker. Anna heeft op haar verjaardag voor het eerst iets met suiker gegeten.
Dit kookboek voegt daar nog een heleboel lekkers aan toe. Het is onderverdeeld in hoofdstukken over voeding voor mama en baby, baby's (van eerste hapjes naar echte maaltijden), voor dreumesen (met de pot mee) en voor peuters (grotemenseneten). Erg duidelijk. De schrijfsters pretenderen niet de wijsheid in pacht te hebben. Ze hebben zelf jonge kinderen en weten heel goed dat een twee-jarige nee als belangrijkste woord kan hebben. Maar ze barsten van de tips en ideeën.
Zeven regels hanteren ze:
1. Gun je kind een goede basis. Niet 1, niet 2, maar 10 keer proeven. Jij bent verantwoordelijk en jij beslist. Geef het goede voorbeeld. Praat met je kind, leg uit wat hij of zij eet en waarom
2. Niet vullen, maar voeden. Let op voedingsstoffen, niet op calorieën. 1x per dag 1 snoep- of traktatiemoment
3. Als het lukt, kook zelf. Geen pakjes of zakjes. (Te veel) suiker is wél erg. Bio heeft de voorkeur
4. Eerst groente, dan fruit. Minimaal drie keer per dag groente. Varieer.
5. Het hoeft niet perfekt te zijn. Wel goed voorbereid. Zorg voor een goed gevulde voorraadkast. Kies het gezondste alternatief. Alles is een keuze
6. Maak van eten een rustig ritueel: aan tafel. Geen strijd, wel duidelijkheid. Jij bepaalt wat en wanneer, je kind bepaalt hoeveel. Bordje hoeft niet leeg. Toetje is geen chantagemiddel.
7. Vookom emo-eten. Bij tranen geen koekje maar een kus. Eén keer per dag een 'grote snoep'. Maar af en toe een uitzondering.
Vanmorgen stond ik bij het stoplicht te wachten. Naast me stond een jongetje, hij was lopend. In zijn ene hand had hij een grote zak chips. In zijn andere hand een fles cola. Het was nog geen acht uur en hij was nog niet op middelbare schoolleeftijd. Toen ik nog werkte was er wel eens een voedingsproject op school en dat was hard nodig. Als gevraagd werd wat kinderen aten waren de antwoorden in een heleboel gevallen dramatisch. Geen ontbijt, snacken, nou ja, noem maar op. Voor de moeders en vaders van die kinderen en van het jongetje bij het stoplicht, zou dit boek echt heel belangrijk zijn. Maar ja, zij zullen het niet lezen, ben ik bang.
Velen zullen het niet lezen en het sowieso veel te veel werk vinden. Dat laatste telt ook voor een deel van de mensen die het wel lezen, in elk geval te veel voor elke dag. Dan is het leuk voor af en toe (of alleen voor het eerste kind. Daarna gaat het over)
BeantwoordenVerwijderen