Mijn nieuwe e-reader zit nog in de verpakking. En die is zelfs nog niet open geweest. Ik denk dat ik meer geniet van een echt boek in mijn handen. Die e-reader is alleen bedoeld voor vliegreizen. Vooral omdat er steeds minder bagage mee mag. Voor noodgevallen dus. Al is een reisje natuurlijk niet bepaald een noodgeval.
Maar bij een treinreis hier in Nederland, wil ik ook altijd graag een boek mee. Alleen loop ik dan de rest van de dag een zwaar boek te sjouwen en dat wil ik dan weer niet. En dus was mijn oplossing (ik schreef er al eerder over) om dan een ongelezen boekenweekgeschenk mee te nemen in de trein. Die wegen bijna niets en passen in mijn kleine treinreisrugzakje.
Vorige week nam ik in de trein het geschenk uit 1997 mee, van Renate Dorrestein: Want dit is mijn lichaam. En ik nam van Carolijn Visser mee het geschenk uit 1996: Het goud van Bonanza.
Ik heb ze allebei uitgelezen. Renate Dorrestein vond ik amusant. Maar meer ook niet. Ik denk niet dat ik het boekje ooit nog eens ga lezen. Van veel boeken denk ik dat wel. Dus die mogen nooit weg.
Maar dit liet ik achter in de trein. Voorin had ik geschreven dat de vinder het mag houden als-ie dat wil, maar dat het ook leuk is om het door te geven of in de trein of op het station achter te laten. Voor een nieuwe liefhebber.
Het boekje van Carolijn Visser liet ik ook achter in de trein. Met hetzelfde verhaaltje. Ik heb het uitgelezen, dat wel. Maar ik vond het minder boeiend dan haar andere werk.
Ben benieuwd of ik er ooit nog eens iets van hoor. Mijn blogadres had ik er ook in geschreven.
En hiermee is dan een eind gekomen aan mijn verzameling boekenweekgeschenken. Ach ja...
2 opmerkingen:
Goed idee, jammer genoeg ga ik weinig met de trein, had het graag gevonden. Groet De Juffrouw
Achterlaten is een leuk idee. Ik heb een flink aantal boekenweekgeschenken dubbel. Eén exemplaar van alles wil ik wel houden, vanaf 1948 mis ik er geloof ik eentje.
Een reactie posten