Het lijkt wel of we alle 'damsteden' aan het bezoeken zijn.
We waren
in de afgelopen tijd in Volendam, in Monnickendam, uiteraard in
Amsterdam en nu vorige week in Edam.
Zo'n lekker rustig, oud
Zuiderzeestadje.
Ook in Edam was ik vaker, ik ben er zelfs eens gaan
schaatsen met onze neef uit Australië en ik kom er ieder jaar op de
rommelmarkt in augustus. Dat is een fijne.
Nu dus gewoon eens in de herhaling. Kan geen kwaad en in het museum was ik nog nooit geweest.
Weer zo'n leuk plaatselijk museum. verdeeld over twee lokaties, recht tegenover elkaar.
En dus stelde ik ook hier aan de gastvrouw van dienst de vraag: wat moet ik perse gaan zien hier, wat mag ik niet missen.
Ze moest even nadenken, het was haar eerste dag als gastvrouw.
Kiezen kon ze niet en zo kwam ze uiteindelijk met twee interessante zaken op de proppen.
In
het deel van het museum waar zij zat, was een schilderij dat toch wel
heel bijzonder was.
Een schilderij met een verhaal. Daar houd ik van,
van schilderijen met een verhaal. Dus daar gingen we eerst maar eens
naar kijken.
Je ziet het schilderij hiernaast. De schilder is Herman Doncker en hij maakte het doek tussen 1610 en 1656.
Het heet en is een "Portret van Trijntje Keever, bijgenaamd 'De Groote Meid'.
Het is een beetje een droevig verhaal:
Trijntje leefde in de 17e eeuw en was twee en halve meter lang. Je moet in aanmerking nemen dat de mensen in die tijd in het algemeen een stuk kleiner waren, Trijntje zou nu ook een reuzin zijn, dus in die tijd was ze dat zeker.
Trijntje woonde in Edam. Ze werd door de burgemeester vaak voorgesteld aan gasten zo bijvoorbeeld ook aan de koning van Bohemen, die door Noord-Holland reisde, met Frederik Hendrik.
Die koning was zelf erg lang, maar Trijntje was toen nog maar negen en al twee meter. De koning was diep onder de indruk.
Trijntjes ouders reisden met hun dochter kermissen af, om geld te verdienen voor het gezin.
Dit schilderij werd geschilderd toen Trijntje zeventien was, vlak voor haar dood.
Trijntje draagt mooie kleren. De kanten mouwen vallen op en de kraag. Ze draagt een roos in haar hand, een teken van maagdelijkheid. Aan haar riem draagt ze een sleutelbos, teken van belangrijkheid.
Haar schoenen zijn bewaard gebleven, ze zijn vijftig cm lang en staan onder het portret. Ze zijn echt heel erg groot.
Lydia Rood schreef een (kinder)boek over Trijntje. Dat boek heb ik inmiddels gelezen en ik vond het zeer boeiend. 'Meisje aan de ketting', heet het.
Het verhaal begint als Trijntje nog jong is, eigenlijk geen vrienden meer heeft en gepest wordt. Haar ouders houden van haar, maar Trijntje is bang voor de Berenman die vijftig gulden voor haar heeft geboden. Ze is bang dat hij haar ook aan de ketting wil leggen, zoals hij dat doet met zijn oude, vieze beer.
Door dit boek, was ik weer eventjes in de zeventiende eeuw. Ook omdat er het koopmanshuis in beschreven wordt, dat er al in Trijntjes tijd stond en wat nu de tweede lokatie van het museum is.
De schilder trouwens, schilderde nog twee merkwaardige portretten van beroemde Edammers in die tijd.
Pieter Dircks (Langebaard) die een baard had van twee keer zijn lichaamslengte. En van Jan Claesz Clees oftewel 'De dikke waard', die 455 pond woog.
Met z'n drieën zijn zij: 'De drie mirakelen van Edam'.
Die schilderijen lokten echt bezoekers naar Edam in die tijd. En nu keken wij er dus naar!