Nou daar gaan we dan. Waarom de titel van het boek Per Ongelukt! me zo aansprak.
Toen ik nog op de Pedagogische Academie zat, waren daar een aantal vakken waar ik veel moeite mee had. Niet met pedagogiek, niet met psychologie of Nederlands en dat soort vakken. Ik weet niet eens meer wat we allemaal hadden. Rekenen, natuurkunde, bio, cultuur en maatschappijleer, schrijven, spreken, aardrijkskunde en geschiedenis. Nou ja, dat ging allemaal goed. Niet altijd natuurlijk, maar meestal toch wel. Ook met muziek en (vreemd genoeg) met handwerken was er geen probleem
Maar wel met handvaardigheid. Daar in die les werd ik, nadat ik drie stukken hout volledig had verpest met gutsen, gedoogd.
Ik hoefde er geen examen in te doen, in handvaardigheid, dus dat scheelde. En ik had behoorlijk wat compensatie.
En verder had ik problemen met tekenen en gym. Grote problemen mag ik wel zeggen
In gym moest ik wel examen doen en dat zou een drama zijn geworden, als het examen niet uit twee onderdelen had bestaan.
Het eerste onderdeel was: les geven. Het feit dat ik wel redelijk les kon geven, heeft me gered.
Want het andere onderdeel 'eigen werk' was echt verschrikkelijk.
Ja, ze moesten mij met drie man aan een rekstok hijsen, ik kon eigenlijk helemaal niks. Treurig? Ja zeker! Maar wel gered.
Maar tekenen...
Ik tekende toen - en nu nog steeds - op het niveau van een vierjarige. Ik kan het gewoon niet. Iedereen kan tekenen wordt wel eens gezegd, maar dat is niet waar. Echt niet.
We moesten natuurlijk leren een bordtekening te maken. De ontwikkeling van de kikker, zal ik echt nooit vergeten. Wat heb ik daar op geoefend. Maar goed, daar KON in ieder geval op geoefend worden. Je nam alle boeken over kikkers die je maar kon vinden, mee uit de bibliotheek en oefende de tekeningen die er in stonden. Dan werd het nog een onvoldoende, maar niet een hele erge onvoldoende.
Maar het examen... of eigenlijk het laatste tentamen voor de hoofdakte zou beginnen, moest voldoende worden gemaakt.
Er viel niets te oefenen. De onderwerpen waren niet bekend. Het was ook eigen werk, dus niet iets voor op het schoolbord.
Ik zag het totaal niet zitten. Totaal niet.
Ik was er van overtuigd dat ik het niet zou halen en dat ik dan een andere opleiding moest gaan doen en ik had niet geweten welke.
Dus werd de avond voor dat tentamen doorgebracht in de kroeg, want het maakte toch niks meer uit en daarna bracht een vriend en klasgenoot me, in mijn enigszins aangeschoten toestand, naar mijn kamer, waar we de rest van die nacht, voor het huis op de stoep, pratend hebben doorgebracht.
Want praten... nou, er werd wat afgepraat in die jaren. Over het leven en de maatschappij en de toekomst en zo.
Misschien is enigszins aangeschoten een understatement. Uhm dat weet ik niet meer zo precies.
Enfin, de volgende morgen: op naar het tentamen. Niet geslapen, een hoofd als, nou ja weet ik niet.
Daar ging ik. Ik zie dat tekenlokaal nog zo voor me.
Hahaha, ik zou het bijna kunnen uittekenen. Bijna dan hè.
Daar kwamen de onderwerpen en één van de onderwerpen was: De Blauwe Grot.
En toen kreeg ik hoop. Want blauw en een grot, daar was wel wat abstracts van te maken en trouwens het kon me toch niks schelen!
Dus ik kladderde de mooiste combinaties blauw bij elkaar en zag er eigenlijk wel een grot in ook. Niet duidelijk, maar toch.
Ik was al klaar toen iedereen nog bezig was en verliet het lokaal om een potje te gaan pitten.
Een paar dagen later kwamen de cijfers. Ik kreeg een 7! Ik... een zeven!
Ik kon het niet geloven, echt niet. Maar het was waar. Ik weet niet of die tekenleraar me gematst heeft, maar in dat geval had hij me ook gewoon een 6 kunnen geven.
Zo, dat was dus echt een gevalletje
'Per Ongeluk(t)
Ps.: Die blauwe grot, DE blauwe grot, op Capri heb ik later, toen ik al lang juf was, nog eens bezocht. Prachtig was het, hahaha. Ik héb gewoon wat met blauwe grotten!