Ik doe nog steeds mee hoor met Beter Rekenen (en met Beter Spellen). En zo kwam het dat ik vanmorgen in alle vroegte me af zat te vragen wat een rechthoekige driehoek is. Het is treurig natuurlijk, maar zoiets zie ik niet onmiddellijk voor me.
Enfin, toen ik er eenmaal beeld bij had, kwam er van alles bij me op. Om te beginnen de stelling van Pythagoras en de hypotenusa. En geloof me, er zijn jaren voorbij gegaan dat ik daar niet aan dacht. Tss, Pythagoras op dinsdagmorgen. De vraag was: als de twee rechthoekige zijden van de rechthoekige driehoek 9 en 12 cm zijn, hoe lang is dan de schuine zijde? Ik kon het nog uitrekenen, wat eigenlijk wel een wonder mag heten. Dat ik het kon zal toch wel te danken geweest zijn aan mijn wiskundeleraren van de middelbare school. Zij heetten allebei Cohen, maar waren geen familie van elkaar. Wij noemden ze de oude Co en de jonge Co, oftewel Co Kip en Co Kuiken. Ik moet er nog steeds om lachen. Co Kuiken was een schatje. Ik heb totaal geen hoofd voor wiskunde, maar dan ook echt helemaal niet. Als ik over zou gaan van de derde naar de vierde, kon ik wiskunde laten vallen. In mijn tijd was wiskunde niet verplicht in Havo 4. Maar ja, dan moest ik wel over gaan. En aangezien mijn cijfers voor natuurkunde en scheikunde ook niet goed waren, was dat nog even heel spannend. Het is eigenlijk aan Co Kuiken te danken dat ik het redde. Want een van de laatste repetitities heb ik voor een heel groot deel af kunnen kijken bij mijn vriendin Addy, die iets meer inzicht had. Co Kuiken moet dat gezien en anders toch zeker geweten hebben. Maar hij zei niks en redde me daarmee. Ik kreeg een voldoende. De wiskunde heb ik nooit één seconde gemist!
ochja.....Ko Kip en Ko Kuiken. Jaren niet aan gedacht. Bedankt! Kan me trouwens niks herinneren van dat spieken van jou!
BeantwoordenVerwijderenMaar het is echt waar hoor Marga. Voor dat laatste rapport. Misschien dat Addy het nog wel weet.
BeantwoordenVerwijderen