Totaal aantal pageviews

woensdag 31 juli 2024

Ex-vrouw


Dit boek , Ex-Wife van Ursula Parrott, verscheen voor het eerst in 1929. En nu, in 2024,  is het opnieuw uitgebracht, door uitgeverij Atlas Contact. In een vertaling van Lisette Graswinckle. 
En ik mocht het recenseren. 


Een heel bijzonder boek vond ik. Toen ik het uit de brievenbus en uit de verpakking haalde dacht ik heel eerlijk gezegd:  mwah. 
Maar dat viel mee. Het viel erg mee zelfs.
 
Negentiennegenentwintig, dat was het Interbellum, dat waren de Roaring Twenties, the Jazz Age.
Het boek speelt zich af in New York. Het geeft een prima beeld van die periode in die stad. 
Ook  een prima beeld van een jonge vrouw en daardoor naar alle waarschijnlijkheid van een deel van de jonge vrouwen in die tijd. 

(Ook bijzonder: mijn moeder was achttien toen. Zij was eveneens een zelfstandig iemand. Ondernemend en onafhankelijk ook en dat was toen en hier zonder enige twijfel  anders dan in een stad als New York)

Enfin, die jonge vrouw is Patricia. Zij is 24 en een werkende vrouw.  Met Peter heeft zij een open huwelijk. Relaties met anderen moeten mogelijk zijn vinden zij beiden. Tot Patricia een one-night-stand heeft en Peter ineens besluit dat hij wil scheiden. 
Patricia wil niet, maar Peter is vastbesloten; er is ook een andere vrouw. 
Patricia geeft hem zes maanden en als hij dan niet terugkomt zal ze in de scheiding toestemmen. Ondertussen gaat ze samenwonen met Lucia, een gescheiden vriendin en bepaald 'een character'. Patricia leeft verder, probeert Peter te vergeten, is verdrietig en eenzaam, maar leeft haar leven.

Wat steekwoorden: (ongewenst) zwanger, abortus,  cocktails, roken, drinken, speakeasy's (dat heb ik op moeten zoeken), taxi's, relaties, vriendinnen, vrienden, minnaars, bontjassen, kleding. 
Patricia woont, werkt en gaat uit. Ze is mooi, eerlijk en veerkrachtig. En... ze is een ex- vrouw.
Het slot van het verhaal vond ik mooi. Ontroerend ook. 

Ik hoor denk ik, als zeventigplusser niet helemaal tot de doelgroep. Ik ben bovendien geen ex-vrouw, al ken ik er wel een paar natuurlijk. 
Dat ik het boek desondanks uitlas en het steeds beter ging vinden, een aanrader zelfs,  dat zegt wat over het boek. Het gaat over vrouwen,  over onafhankelijkheid en feminisme.  

Het is bovendien goed geschreven. Met heel goede dialogen. 
Verder: als ik een onderstreper was,  zou mijn exemplaar vol strepen staan.  
Modern. Zo fris geschreven alsof het niet bijna honderd jaar geleden verscheen.  
Echt verbazingwekkend. 1929 hè. 



Het boek was natuurlijk ook niet voor niks een onmiddellijke bestseller in 1929 toen het, aanvankelijk anoniem, verscheen. Toen zag het er iets anders uit. 

Nb: de schrijfster was zelf ook een ex-vrouw. Zij voedde haar kind in haar eentje op en dat kind schreef een interessant nawoord in het boek. 

dinsdag 30 juli 2024

Gezichtjes





'De twee gezichtjes in het gebakken ei zijn hetzelfde, op de ene zie ik een dier met een grote gele snavel of snoet. Draai je ‘m om, dan wordt het een soort geïrriteerde baby 😃', schrijft bloglezer Isolde. 
Daar moest ik om lachen: een geïrriteerde baby en ja nu je het zegt, Isolde: inderdaad!
En Isolde stuurde er nog een : een stukje vlees


Het volgende plaatje is me gestuurd door Jeanette Renting van het blog Hip en Kleurig. 
Jeanette zegt: Tijdens het varen afgelopen zondagavond zag ik deze 'paal' langs het water staan. Hij keek ons aan ;-)



Annelies aan het woord:  'Hoi Bettie, ik zag er weer een. De achterkant van de houder van een klein stofzuigertje stond op de trap en toen viel mijn blik erop.



Mijn kleindochter Jet zag dit gezichtje op de stofzuiger 



Dat was het mensen. Dank allemaal en blijf vooral speuren en inzenden: bettievdgriend@hotmail.com


maandag 29 juli 2024

Stippen

Ook dit vond ik in Diamante, Italia erg leuk. 
Gewoon, met stippels. Nou ja, gewoon, ga het maar eens doen en dan nog op een muur!


Oké, als dat allemaal lukt, krijg je een leuke afbeelding, en lust je waarschijnlijk wel een ijsje!


En weet je wat, dan maak je er gewoon nog een. Een heel bekend beeld in Diamante, die pratende vrouwen. 


zondag 28 juli 2024

De Repair club

Waarom ik diit boek meenam? Geen idee. Ik kende de naam van de schrijver en ik wist dat hij de Gouden Strop heeft gewonnen. Maar verder wist ik er niks van en ik las ook geen ander boek van hem. 

Ik vond het een superspannend boek. Thriller staat er op, maar ik vond het een spionageverhaal. Zo'n verhaal lees ik zelden, maar ik moet zeggen ik heb ervan genoten. Soms best ingewikkeld, af en toe moest ik even terug lezen. Maar goed geschreven en echt heel spannend.  Vooral wat betreft de plot totaal verrassend.

Het verhaal: 
John Antink runt met vrienden, te weten een verpleegster en en concierge en een garagehouder de Repair Club. Iedereen met een kapotte broodrooster of föhn of wat dan ook kan bij ze terecht. Op een dag komt er iemand met een kapotte  typemachine en wordt er ineens een pistool op hem gericht. Maar John weet hoe hij moet handelen en reageren. 
Hij maakt de typemachine open en vindt een briefje.  Dan  blijkt dat John een gepensioneerde ex-chef van de geheime dienst is en niet anders kan dan teruggaan naar zijn verleden. 
Een verleden waarvan hij dacht dat alle sporen gewist waren. 
Terug naar de tijd dat hij geheim agent was in Oost-Duitsland.  Johns vrouw Vera is er ook bij betrokken evenals zijn opvolger bij de dienst en natuurlijk de vrienden van de Repair Club. 

Ja verder samenvatten doe ik niet natuurlijk, maar echt ik ben heel blij dat alle andere boeken van deze schrijver mij nog onbekend zijn. En dat ik er dus nog een heleboel in het vooruitzicht heb. 

zaterdag 27 juli 2024

Ik moet nog een keer

En zo kom ik eindelijk toe aan het enige plan dat we,  naast het afleveren van de kaart,  voor die woensdag in Amsterdam hadden. 

Dat was een bezoek aan het Rijksmuseum voor de tentoonstelling POV.
 

Een tijd geleden alweer zag ik dat 'POV' vaker en vaker waardoor ik het uiteindelijk opzocht. 
POV betekent Point of View. Gezichtspunt dus. Of standpunt.
Dat vind ik niks, zo'n term, maar ja omdat dat niks zegt over die tentoonstelling in het Rijks, of nou ja, niet veel, hield het ons niet tegen. 


De tentoonstelling gaat over hoe de ideeën over gender door de eeuwen heen werden verbeeld en veranderden. 
En dat zie je in beelden, schilderijen, meubels, sieraden, voorwerpen, vanaf zo'n beetje 1500 tot nu. 
Hoe worden mannelijkheid en vrouwelijkheid getoond en welke opties zijn er. Waar hangt het van af hoe je er tegen aan kijkt. 
Voorbeeld: dit jongetje. Het schilderij heet nu Portret van een kind. Maar heel lang was de titel "Meisje met Hond'. Dat is veranderd dus en vanwege de hoed denken deskundigen nu dat het een jongen is. Ergo: genderidentiteit en expressie zijn slechts een interpretatie als we het de persoon niet kunnen vragen. 


Ander voorbeeld is een portret van Kenau Hasselaar. Als tegenwoordig een vrouw een Kenau wordt genoemd is dat niet positief bedoeld. Maar Kenau werd in haar tijd alom gewaardeerd, hoog gewaardeerd zelfs als Manninne. Maar hoe werd dat precies bedoeld? Wijst haar houding op mannelijkheid?


De kunstenares Lou Loeber (1894-1983) die zichzelf meer als mens zag dan als vrouw en dat toonde op haar zelfportret.  
Twee jonge vrouwen die dat uitgbreid stonden te bestuderen. Ze keken ook naar het werk dat op de poster voor de tentoonstelling is afgebeeld. 
En dáár stond stond ik dan weer met plezier naar te kijken.



Na Kandinsky en  Manahahtáanung kon er niet zo heel veel bij in mijn hoofd. Ik had ook eigenlijk niet gedacht dat ik het zo'n leuke tentoonstelling zou vinden. 
Er was heel veel te zien. Conclusie: Ik ga gewoon nog een keer terug. Zowel naar Kandinsky als naar POV en dan niet op een dag! 

vrijdag 26 juli 2024

Ter Borch

 

In de Volkskrant van een paar weken geleden stond een leuk artikel van Stefan Kuiper over dit schilderij. 
Ik wilde het heel graag zien en  zag het ook,  in het Rijksmuseum Amsterdam,  een paar weken later. 
De maakster is Gesina ter Borch en de titel van het schilderij is: Portret van Moses ter Borch als tweejarig kind. Na 1667. 

Wat was het geval? De Amsterdamse antiquair Dicky Zebregs ontdekte dit schilderij in een antiekhandel in Parijs. 
Het schilderij fascineerde hem, dat jongetje in die witte jurk. Hij dacht dat het wel eens Prins Willem III zou kunnen zijn en hij kocht het. 
Hij dacht ook dat het misschien wel een werk van Gerard ter Borch zou kunnen zijn en als dat waar was,  zou het wel een heel bijzondere ontdekking zijn. Want Gerard ter Borch is niet bepaald de eerste de beste. 

Na een tijd haalde Zebregs het schilderij uit de lijst en poetste met een beetje spuug op het vernis. Er verscheen een G. 
En toen een hele naam. 
Helaas niet Gerard, maar Gesina.  Gesina ter Borch, halfzus van Gerard.
Ze is vaak op zijn schilderijen afgebeeld en er is bovendien een en ander van haar werk en over haar leven bekend. 
Dus zo helaas was het nou ook weer niet, want bij dat werk van Gesina was tot nu toe maar een olieverfschilderij, ongesigneerd. En nu dit dus.
Enfin, uiteindelijk kwamen deskundigen tot de conclusie dat het allemaal echt was en dat Gesina haar jongere broertje Moses had geschilderd. Die Moses schilderde zelf ook, maar overleed op z'n tweeëntwintigste, in een oorlog met Engeland (1665-1667). 

Zebregs had het schilderij eigenlijk al verkocht toen dat allemaal duidelijk werd en lichtte de koper in over de ontdekking.
Die koper gaf het schilderij toen terug en ze spraken af de winst van de verkoop te delen.   
En zo geschiedde. 
Er was veel belangstelling voor het doek. Ook van het Rijksmuseum en zij kochten het uiteindelijk voor 3 miljoen euro. 
Zebregs had ook nog een beter bod gekregen, maar gunde het werk aan het Rijksmuseum, waar ze veel meer werk van de ter Borchen  hebben. 
Nou, van zo'n verhaal zit ik te smullen en dan wil ik dat schilderij zien.


Het meest echter smulde ik van het schilderij zelf. Dat schattige jongetje, geschilderd door zijn zus. 
Als herinnering en dus niet zoals Moses als jonge man was, maar als klein jongetje,  met z'n trommel en wat jongensachtige attributen. 


En tot slot: dit is Gesina, geschilderd door haar broer Gerard ter Borch. (Rossig is ze en met een wipneus net als hun broertje Moses). 
 'De Briefschrijfster' heet het en het doek is te vinden in het Mauritshuis. 


donderdag 25 juli 2024

Meer

In het H'Art museum is tijdelijk het Amsterdam Museum gevestigd, dus daar gingen we ook even kijken. Een tentoonstelling genaamd Manahahtáanung of Nieuw Amsterdam is daar momenteel te zien. Ondertitel: Het inheemse verhaal achter New York. 

Wat ik van Nieuw Amsterdam weet blijkt zeer beperkt te zijn. Ik weet van Henry Hudson die,  in dienst van de VOC,  met de Halve Maen naar dat gebied reisde. Ik weet dat het later door Peter Stuyvesant werd geruild met de Engelsen, voor Suriname. Dat is zo ongeveer wat mijn schoolkennis inhield. Oh ja en de beverhuiden. 

Mijn schoolkennis is later heus wel wat uitgebreid. Ik lees veel en ik hou van geschiedenis. 
Toch had ik nog nooit gehoord van de Lenape, de bevoking van het gebied toen. Echt nog nooit. 
Mijn kennis is opnieuw uitgebreid. 

Nazaten van de oorspronkelijke bewoners vertellen hun verhaal. 

Hoe de kolonisatie hun levens tot op de dag van vandaag heeft beïnvloed. Aanvankelijk handel, maar uitmondend in geweld en uitbuiting. 
De taal en de cultuur van de bewoners die langzamerhand verdwenen. De ziektes, de oorlogen...  
De Lenape. 

En dan waren er nog werken te zien van Patricia Kaersenhout. Een serie uit 2024.  Heel bijzonder vond ik. Die kleine tentoonstelling in de tentoonstelling heet Non Sine Pericolo . Wat zoveel betekent als  Niet zonder gevaar. 




Kaersenhout  combineerde portretten, geschilderd door (Hollandse) meesters, uit de 17e eeuw met elementen uit de natuur. 
Zoals vogels, geschilderd door een bekende  vogelkenner uit die tijd en heilige planten met een geneeskrachtige werking.

Die 17e eeuwse portretten zijn mooi natuurlijk, maar ja vaak hebben die mensen hun rijkdom verkregen door uitbuiting en vernietiging van de cultuur en de natuur van anderen. In het werk van Kaersenhout is dat allemaal gecombineerd.

Hoe duidelijk kan het zijn?

woensdag 24 juli 2024

Museum

 Ons volgende doel was het Rijksmuseum. Het was een prachtige dag, we gingen natuurlijk lekker lopen. Zonder dat we dat bedacht hadden, kwamen we  langs wat vroeger de Hermitage was en nu het H'Art Museum. 

Je raadt het natuurlijk al: als je er nou toch langs loopt en je hebt een museumjaarkaart en alle tijd van de wereld, ja, waarom zou je dan niet even gaan kijken. 

Er is een Kandinskytentoonstelling. Wassily Kandinsky (1866-1944). 

Ik dacht dat ik niet zo heel erg van Kandinsky hield en dat kwam door een bepaald beeld dat ik had van zijn kunst. 
Het werk dat ik daarbij in mijn hoofd had, zie je hiernaast. 
Ik heb het nu in het echt gezien en inderdaad, daar ben ik niet dol op. Nog steeds niet. 
Het schilderij uit 1912 heet : Met de zwarte boog. 
Een soort driehoek van vormen met kleuren.

Maar er was zoveel meer. En zoveel prachtigs. 
Ik was geraakt en dat had ik helemaal niet verwacht.  Ik ga zeker nog eens terug. 

De tentoonstelling met werken uit het Centre Pompidou is nog tot november te zien, dus hopelijk tijd genoeg. 
Nou mijn beeld veranderde dus voortdurend. 

Vroeg werk, zoals dit schilderij van Venetië vond ik erg leuk om te zien. Kandinsky reisde veel. Ook in Nederland. Dat donkere werk heet Zaterdagavond in Holland. 




Allemaal leuk en aardig, maar waar ik echt voor viel waren de fantastische en zeer kleurige werken. 
Dit bijvoorbeeld: Akhtyrka, een datsja bij het meer (1917) 



Of dit schilderij: Improvisation III, 1909. Herinnering aan een reis naar Tunesië.


Ik heb niet veel foto's gemaakt en dat geeft al aan dat ik onder de indruk was. Bovendien was het erg druk, dus ik ga nog een keer als ik denk dat het wat rustiger is. 

Ps.: Wat trouwens ook heel leuk was, je kon je eigen Kandinsky maken, met van die plakfiguren. Ik heb eerst een tijdje staan genieten van mensen die daar geheel ontspannen mee bezig waren. En tenslotte deed ik het zelf ook. Dat kleintje rechtsonder is van mij! Ik had graag iets groens willen toevoegen, maar de mevrouw naast mij had al het groen. 



dinsdag 23 juli 2024

Afgesloten

 Afgelopen woensdag gingen wij naar Amsterdam. Dat kwam zo: 
Na ons recente bezoek aan het Holocaustmuseum dacht ik dat het nu tijd werd om mijn gevonden kaart over te dragen aan het Joods Cultureel Kwartier. 
De kaart waar ik al eerder over blogde. Klik  De gevonden kaart waardoor ik een naam adopteerde op het Holocaust monument. 
En waardoor Mieke hetzelfde deed. Klik. 

Dus ik stuurde een mailtje waarin ik het hele verhaal vertelde en vroeg of zij geïnteresseerd waren. Bijna meteen kreeg ik antwoord. 
Ja, ze wilden de kaart graag hebben en het zou het mooiste zijn als ik hem persoonlijk zou kunnen afgeven, want de ervaringen met de post waren niet best. 
Nou, bijna elke reden om in Amsterdam te zijn is een goede reden en dus brachten we de kaart. 
We dronken een lekker kopje  koffie met degene die er over gaat, hadden een leuk gesprek, er moest een en ander worden ondertekend en dat was dat. Gisteren kreeg ik nog een bedankje. En zo is het afgesloten. 
 

We hadden nog meer doelen die dag. Daar ga ik het nog over hebben. 

Onderweg had ik echt geluk. Op de Prinsengracht zat een mevrouw achter een tafel met boeken. 
En zij had kennelijk ook iets afgesloten. 
'Ik vind het moeilijk hoor' zei ze, 'maar ik heb echt ruimte nodig. Dus zoek alstublieft iets uit. Zoveel  mogelijk'. 
Ze had hartstikke veel (kinder)boeken die niet nieuw waren, maar er wel heel nieuw uitzagen.  Ik koos er aanvankelijk twee. Maar ze drong zo aan dat ik toch echt nog even verder moest kijken en dat ik vast nog wel wat zou vinden. 
Enfin, de rest van de dag zeulde ik een stapel boeken mee.  
Super toch en die boeken zijn natuurlijk (nadat ik ze gelezen heb) voor de kleinkinderen. Die geven ze vast ook weer door. 

Je geeft wat... je krijgt wat. 



maandag 22 juli 2024

Een mural(e), een schilderij en nog een mural(e)

 En weer naar Diamante, Italia. 
De volgende mural is wel een hele aparte. Een zogende man? Met baard? 


Heel apart, maar ik herkende de voorstelling onmiddellijk. Jaren geleden heb ik een schilderij gezien dat er ongeveer zo uitzag. Dat was trouwens in Andalusie, ik herinner me echter niet meer waar. 
Het duurde even, want ik wist de naam van de maker van dat schilderij ook niet meer. 
Maar soms is het simpel hoor. Googelen op ' schilderij zogende man' en voila:  de maker is de Spaanse schilder José de Ribera (1591-1652) en dit is zijn schilderij: 


Op de stenen naast de vrouw, want het is een vrouw, staat beschreven hoe en wat:

“Kijk, een groot wonder der natuur. Magdalena Ventura van de stad Acumulus in Samnium in de volkstaal Abruzzo in het koninkrijk Napels, 52 jaar oud.  En wat ongewoon is,  toen zij 37 jaar was begon zij tekenen van vermannelijking te krijgen en verscheen een volle baard, zodat ze eerder leek op een bebaarde man dan op een vrouw die eerder drie zonen verloor die ze baarde voor haar echtgenoot Felici de Amici, die je naast haar ziet.”

Wat een drama zal dat geweest zijn. Tenminste dat denk ik. Voor het verschijnsel zijn aardig wat medische verklaringen. Op zich interessant hoor. 
Maar ik zou nou juist willen weten waarom Toni Espinar nou juist dit schilderij namaakte op een muur. Appri gli occhi betekent: Open je ogen. 

Voor het verschil laat ik nog even een totaal andere mural zien. Nog steeds in Diamante. Gemaakt in 2017, door Flavio Solo. 


zondag 21 juli 2024

Nomen est Omen

 


Sjoerd stuurde me, al een tijd geleden,  bovenstaand berichtje dat hij ontving van boswachter Saïra van Essen

Vervolgens Marga weer eens aan het woord. Zoals zo vaak let zij heel erg goed op:  

Uit BN De Stem: 
Leo Bisschops, voorzitter van de Katholieke Bond voor Ouderen. 
Die Katholieke bond ging van naam veranderen. De K moest uit de naam verdwijnen.
Volgens de statuten moest Bisschops nog wel op bezoek bij de bisschop van Den Bosch die de naamswijziging moest goedkeuren. Wat hij na een paar gesprekken deed. 

In Vroege Vogels: Oscar de Pauw, vrijwilliger broedvogel monitoring

In Vroege Vogels was ook Rik Middelbos aan het woord. Hij is boomkundige.

En dan was daar nog Dick Schipper, mede-organisator van Vlissingen Maritiem


De laatste zag in Hoorn.  Op de fiets onderweg naar Enkhuizen. Op de terugweg toch maar even gestopt om een foto te maken. En al zeg ik het zelf, best een geschikte foto zo met die takken op de voorgrond. 

Inzenders hartelijk dank en zoals altijd: blijf speuren én inzenden. bettievdgriend@hotmail.com


zaterdag 20 juli 2024

Verloren grond

 

Vlak na 'Mijn vaders hand' van Bart Chabot las ik dit boek van Murat Isik. 
Hier ook o.a. een vader-zoon relatie, maar totaal , echt totaal anders. Hier een liefdevolle relatie tussen de vader en de zoon, de jonge Mehmet van dertien. 
Selim, de vader is,  in het Turkse dorp waar hij woont,  verhalenverteller. 
Maar dít verhaal wordt verteld door Mehmet. 
Het gaat over een wereld die wij niet kennen. Toch in onze tijd. 

Selim is achtendertig als hij,  nadat hij haar heeft geschaakt, trouwt met Asme. Zij is achttien.  Ze krijgen kinderen, een tweeling en een meisje, maar die overleven niet. Later komen er twee zoons en een dochtertje. 
Huishouden, vee, moestuin, het dorp. Dat is het. 
Er verandert wat als iedereen in het dorp opeens Turks moet leren. Tot dan was de taal daar Zazaki. Ook de namen moeten veranderen. 
De oudste zoon gaat naar een grotere stad om verder te leren, maar dwaalt daar af en blijkt bij thuiskomst nogal onhandelbaar. 
En dan slaat het noodlot toe. Bij de bouw van een stal krijgt vader Selim een steen op zijn been. Het been is gebroken en wordt door de dorpsslager verkeerd gezet. Selim overleeft, maar wordt kreupel. Hij kan zijn werk niet meer goed doen. 

Dat is het begin van een aantal grote veranderingen en hele nare gebeurtenissen,  die ik hier niet verder ga vertellen. 

Ik vond het een boeiend en ontroerend boek. Heel mooi geschreven. Ja, zeer de moeite waard. Een absolute aanrader!

vrijdag 19 juli 2024

Stapelen

 

Op m'n bloempotten na, zijn deze steentjes eigenlijk onze enige Italiaanse souvenirs. Ik heb een middagje aan een prachtig strand, met een superblauwe zee, stenen gestapeld. 
Niks aan te doen, ik vind dat nou eenmaal leuk. Daarbij: we hadden die dag heel ver gewandeld en geklommen, dus ik was wel toe aan een beetje rust. 
Maar zomaar uitgestrekt op zo'n ligbed onder een parasol... nou dat hou ik,  in tegenstelling tot vroeger,  op z'n hoogst een kwartiertje vol. 



Terwijl ik dit blogje zat te maken kreeg ik acuut heimwee. 
Maar gelukkig,  wat waar is, is waar: stapelen kunnen ze hier ook.  Hier op de Westfriese Omringdijk. 



donderdag 18 juli 2024

Schelp

 


Mijn schelpenketting begon ik in 2012. klik. Gewoon iedere keer dat ik op een strand ben een schelp zoeken met een gaatje en die aan een ketting rijgen. Heel eenvoudig. Oh ja en het strand en de datum noteren op de schelp. En soms de gelegenheid en met wie ik daar was. 


Mijn laatste schelp is van 13 juli jongstleden. Die dag waren we precies vijfenveertig jaar getrouwd. 
We vierden het al eerder met alle kinderen en kleinkinderen op een speciale manier, maar daar ga ik het nog over hebben. 
Op de dag zelf gingen we met z'n tweeën naar het strand. Dat is min of meer een constante in ons leven. Als er iets leuks is, of juist iets naars of verdrietigs, dan willen we graag aan zee zijn. Weer of geen weer. En het was geen weer, maar dat maakte niet uit. 
Want het was  dus iets leuks, vijfenveertig jaar getrouwd. Een saffieren huwelijk.  Dat is eigenlijk best bijzonder. En ook iets om dankbaar voor te zijn en blij. 

Mijn schoonzus schreef op een kaart o.a. het volgende: 


Zij kan het weten, want ze trouwde vier maanden later met de broer van mijn man. 
En ze heeft gelijk: eigenlijk ging het vanzelf.  Maar juist dat is bijzonder.

woensdag 17 juli 2024

Hansken

 Nog even terug naar de ets van Rembrandt die ik gisteren liet zien. Deze:


De titel is: De zondeval van Adam en Eva. 
Dat staat er onder en als het er niet had gestaan had ik het heel misschien zelf wel bedacht. Vanwege de blote man en vrouw en vanwege de appel. Maar er is nog meer te zien op deze ets. 
En dáár moest ik echt op worden gewezen. Kijk, een olifantje! In het paradijs!
Dat is toch op z'n zachtst gezegd nogal apart.

Dat vond Michiel Roscam Abbing ook denk ik, want hij schreef er een boek over: Rembrandts olifant,  In het spoor van Hansken. 
Hansken, zo heet die olifant. En zij was  de beroemdste olifant van de 17e eeuw. 
Ik luisterde naar een lezing van de schrijver  en las het boek. 


Hansken kwam uit Ceylon (Sri Lanka). 
En daar was ineens weer een cirkeltje rond. Ik ben in Sri Lanka geweest en wij bezochten daar een olifantenopvang. Een deel van de opbrengst van dit boek gaat naar de Elephant Foundation, een organisatie die zich inzet voor bedreigde olifanten op Sri Lanka. 

Hansken. Geboren in 1630 en in 1632 door de VOC vervoerd naar Holland en cadeau gedaan aan Frederik Hendrik. Die vond het wel tof om wat exotische dieren te bezitten. 
Hansken werd tentoongesteld en het verdiende geld ging via de kerken  naar arme mensen. Dat dan weer wel. 
Hansken at iedere dag 24 broden van acht pond. Misschien dat Frederik Hendrik hem daarom cadeau gaf aan zijn neef Johan Maurits, maar die verkocht de olifant door. 
Voor 20.000 gulden, een krankzinnig bedrag in die tijd,  kwam hij tenslotte terecht bij ene Cornelis van Groenvelt. 
Het dier leerde kunsten en Cornelis ging met zijn olifant en zijn vrouw door Europa. 'On tour', zeg maar.  
Hansken kwam werkelijk overal. Italie, Belgie, Polen, Denemarken, Zwitserland, noem maar op. 
Ze overleed in 1655 in Florence en haar skelet wordt daar nog altijd bewaard. 


Even terug naar Rembrandt. Die moet Hansken gezien hebben. Misschien op meerdere plaatsen en zeer waarschijnlijk ook in Amsterdam, waar hij woonde. Hij tekende haar. En nog eens en nog eens. 

Blijft de vraag waarom Rembrandt haar etste in het paradijs. 
De verklaring die ik las is dat de olifant bekend staat om haar kuisheid. Na het eten van de appel werden Adam en Eva kuis. 
Verder staat de olifant symbool voor het goede. Op de ets wordt het kwaad gesymboliseerd door een draak en laat de olifant het goede zien. 

Nou,  zomaar een verhaal bij een van de etsen van Rembrandt, te zien in het Westfries Museum. 

P.s: Ik kocht het boek, voor mezelf en voor het goede doel . De tekeningen van Rembrandt staan er in. Dus de twee ansichtkaarten die ik in het boek aantrof heb ik eigenlijk niet nodig. Die wil ik graag sturen naar iemand die van olifanten houdt of van Rembrandt en het leuk vindt om een kaart te krijgen. Laat maar weten in de reacties en als er meerdere belangstellenden zijn zal ik eerlijk loten. 

dinsdag 16 juli 2024

Etsen van Rembrandt (en Lebret)

Helemaal ondergedompeld was ik vorige week. Ondergedompeld in de etsen van Rembrandt. Geen wonder, want er hangen er meer dan tweehonderd in het Westfries Museum. 

Kijk, er moet natuurlijk iemand zijn in zo'n zaal. Er moet wel opgelet worden. 
Mijn dienst duurt drie uur. Ik ben niet steeds in één zaal. 
In die drie uur gebeurt er niet heel veel. 
De laatste keer heb ik twee keer een opmerking moeten maken. Iemand die een grote rugzak bij zich had en dat mag nou eenmaal niet. Iemand die water stond te drinken in de zaal en met haar vingers aan een lijst zat en helaas, ook dat mag niet. 
Ik zeg het natuurlijk vriendelijk en de meeste mensen reageren ook vriendelijk. Sommige zuchten een beetje en die vrouw van die vingers werd bozig.  
Verder is er soms hulp nodig bij het downloaden en gebruik van de app. 
Dat is wat ik moet doen.


Ergo:  ik heb tijd genoeg om zelf de etsen uitgebreid te bestuderen en me te verbazen. 
Over hoe mooi ze zijn, over hoe grappig, over de verhalen. Over wat je pas echt bij nadere bestudering ziet op zo'n ets. Over de techniek. 
Hoe heeft Rembrandt dat allemaal kunnen doen. Hij maakte meer dan driehonderd etsen in zijn leven. En al die schilderijen. Dan nog de dood van zijn geliefde Saskia.  Zijn leerlingen, gedoe met vrouwen, faillissement.... De ets hierboven is uit de collectie Jaap Mulders en nu te bewonderen in het Westfries Museum

Af en toe heb ik een leuk gesprek met een bezoeker. Zo was er een mevrouw die me vertelde dat ze zelf ook een aantal Rembrandt-etsen bezit. Die waren van haar moeder en toen die overleed ging ze maar eens kijken in de kluis waar ze in lagen. Ze had wel eens vaag iets over gehoord, maar was nooit geïnteresseerd. Nu wel, het waren er tien. En ze ging ze niet verkopen. 






En dat herinnerde me aan mijn eigen  twee etsen. Ik heb ze, net als die mevrouw,  ook geërfd. Het zijn er twee.  Je ziet ze hierboven.  Ik vond er nooit veel aan. Maar nu ineens vind ik ze eigenlijk hartstikke leuk. 

Ze zijn van Frans Lebret en dat is een bekende Dordtse kunstenaar (1820-1909). Ik heb ze wel eens willen geven aan het Dordrechts Museum, maar die hadden al zoveel Lebret dat ze geen belangstelling hadden.