Al wachtend op de geboorte van onze kleindochter, lees ik dit boekje: Je wonderbaarlijke baby- wat een pas geboren kind al kan.
Onze dochter kreeg het van haar collega's toen haar zwangerschapsverlof begon. Die collega's zijn allemaal psychologen en opvoeders, dat zijn dochter en haar man ook trouwens, dus het zal wel een goed boekje zijn dacht ik zo. Dat is het dan ook. Het is bijzonder wat ik lees.
En met terugwerkende kracht word ik nog even flink pissig over hoe er gehandeld werd in het ziekenhuis toen ONS eerste kind werd geboren. Dat was midden in de nacht, om half een. Toen hij er was, onze Bart, kregen we koffie en een beschuitje en je had natuurlijk het gedoe met de nageboorte en daarna werd mijn man verteld dat hij rustig naar huis kon gaan. De baby werd bij me weggehaald en die zag ik pas de volgende morgen om negen uur weer, nadat ik -vanwege de drukte- de nacht in de badkamer van het ziekenhuis in mijn dooie eentje had doorgebracht. Ik heb niks gezegd, niks gedaan, niet geklaagd, niks, dat vind ik achteraf zo raar, want ik ben echt niet op mijn mondje gevallen.Toen ik mijn lieve baby eindelijk weer te zien kreeg was ik in dikke tranen en er van overtuigd dat er iets ernstig mis was.
En nu lees ik in dat boekje dat juist die eerste uren zo mooi zijn en zo interessant. Deze herinnering kwam er even tussen, maar morgen zal ik het over het boekje hebben. Nu geen tijd meer, want toevallig gaan we straks de verjaardag vieren van die baby van toen die 32 is geworden. Je knippert even met je ogen en je kind is tweeëndertig!
1 opmerking:
Gefeliciteerd! Tsja...zo'n geboorte is en blijft een heel groot wonder....
Een reactie posten