De Poëzieclub is natuurlijk ook al heel lang niet meer doorgegaan.
Ik denk er niet de hele tijd aan hoor, maar soms ineens wel en dan mis ik het.
Ik mis dat we samen kwamen en allemaal een gedicht voorlazen dat we uit hadden gekozen bij een bepaald thema.
Dat deden we dan ook nog tijdens een etentje, in een restaurant.
Hartstikke leuk was dat. Spekkie voor mijn bekkie.
Vorige week zette een van de leden een gedicht op de app.
Dat was een prachtig gedicht en het kwam uit het boek dat je hiernaast ziet
Ik had over dat boek gelezen, toen het nog net niet of net wel uit was en ik had toen bedacht dat ik het zeker een keer wilde halen uit de bieb. Niet meteen omdat het zo nieuw was en waarschijnlijk al door veel anderen gereserveerd.
Nou, vervolgens totaal vergeten.
Maar nu wist ik het weer. Ik reserveerde het, het was er vrijwel meteen en.... het is smullen.
Een natuurgedicht voor iedere dag van het jaar. Gewoon een boek om neer te leggen en iedere dag een gedicht te lezen. Ik ben van plan om dat iedere ochtend te doen. Een mooi begin van de dag. En na een jaar kun je gewoon weer opnieuw beginnen, denk ik, want zo goed is mijn geheugen niet.
Dat houdt in dat ik dit boek al vrij snel weer terug breng naar de bieb, want ik vind het boek zo mooi dat ik het zelf wil hebben. Het boek is prachtig geïllustreerd. Door Frann Preston-Gannon. De gedichten staan op die geïllustreerde bladzijdes. Kijk, zo:
Volgens het voorwoord is er geen onderscheid gemaakt tussen dichters die voornamelijk voor volwassenen of dichters die voornamelijk voor kinderen schrijven.
En dat klopt, ik zie gedichten van Hans Andreus, van Gorter, van J.C. Bloem, maar ook van Nannie Kuiper, Edward van de Vendel en Koos Meinderts. Geweldig leuk, die afwisseling.
Ik ging natuurlijk het eerst kijken naar het gedicht voor mijn verjaardag. Dat was een kortje, van Ivo de Wijs:
KRABBEN
De club van Krabben krabben krabben,
die club is reuze leuk
Daar krabben krabben krabben
met jeuk!
Het liefst zou ik er nu een heleboel laten zien. Maar dat doe ik niet. Nou vooruit, nog eentje dan, het gedicht dat op de app was gezet. Van Sarah Oortgrijs
STERRENSTOF
Wat je moet weten is dit:
sterren zijn van stof
En hun afstand tot de aarde meet je
niet in kilometers maar in lichtjaren.
Want licht gaat sneller dan geluid.
En verder:
de maan bestaat niet
uit licht;
dat is de zon die op haar kraters schijnt.
Want er moet licht op je schijnen wil iemand je zien,
maar je hoeft niet uit licht te bestaan om er te zijn.
Maar wanneer ogen verder zien dan oren horen,
lichtjaren ver kijken,
sterren hier halen.
Wie zegt dan dat sterren geen ogen zijn
en wij de sterren
waar ze naar kijken?