Afgelopen (paas)maandag had ik een bijzondere dag. Die ging zo:
We reden 's morgens al vroeg weg om onze (schoon)zus, die sinds kort in G. woont, te bezoeken.
Nou wil het toeval dat C. ook in G. woont. C. is een bloglezer. Een lieve bloglezer die mij af en toe een Roodkapjekaart stuurt. Zomaar, we kennen elkaar helemaal niet.
Dus nu ik met enige regelmaat in G. kom, leek het me leuk om elkaar eens te ontmoeten. Het leek C. ook leuk en nadat er al een paar keer iets tussen was gekomen, was het maandag eindelijk zo ver.
We spraken rond lunchtijd af in een café.
Ik vond dat van tevoren best spannend. Wat nou als C. en ik elkaar niets te vertellen zouden hebben, wat nou als ik haar stom vond en zij mij ook. Wat nou als...
Maar ik was op tijd en toen ik naar binnen liep kwam C. met een grote lach op haar gezicht op me afgelopen. Heel bijzonder, we begonnen meteen te praten.
We dronken eerst een cappuccino, decaf (nog dank voor die tip) en daarna lunchten we.
We praatten en praatten en hielden niet meer op tot het tijd voor mij was om te gaan, omdat mijn man (die met zijn zus was gaan speuren naar bloesem), me weer ophaalde.
Ik kreeg nog een leuk cadeautje van C. De tas gaat over een paar maanden mee naar London natuurlijk.
Ik vond de hele bijeenkomst erg speciaal en superleuk. En C. ook.
Zo kan het gaan dus.
C. liep nog met me mee naar het parkeerterrein waar mijn man wachtte en we namen afscheid.
Ik legde mijn jas en tas achterin de auto en ging voorin zitten.
Toen wilde ik mijn telefoon pakken, voor onderweg, maar ik vond hem niet. Tas leeggekieperd, jaszakken doorzocht, geen telefoon.
'Dan heb ik hem vast in dat café laten liggen'. 'Ja', dacht mijn man ook en startte de auto om zo snel mogelijk te gaan kijken in de Beurs.
Al mijn pasjes zaten in het mapje van de telefoon: rijbewijs, bankpas, alles.
Parkeerterrein af, rondje rotonde, nog een stuk verder. Toen we stilstonden net voor de afslag naar het café, stopte er een auto naast ons.
Een raampje werd opengedraaid en twee jonge jongens wezen naar onze auto. Ik dacht nog 'wat is er nou, schiet op, ik moet mijn telefoon gaan vinden'.
Wat bleek, ze wezen niet naar de auto, maar naar het dak van de auto. En toen ik keek, zag ik dat daar, op het uiterste randje, mijn telefoon lag!
Die was dus de hele tijd blijven liggen. Vanaf het moment dat ik mijn jas uitdeed. En als die jongens dat niet hadden gezien en mij er op hadden gewezen was ik hem zeker kwijt geweest. Hij zou gevallen zijn en ik had niet geweten waar ik had moeten zoeken.
Is dat niet ongelooflijk? Ik kan het eigenlijk nog steeds niet geloven!
Ik heb de jongens niet eens behoorlijk kunnen bedanken, want zij waren al doorgereden toen ze zagen dat ik het zag.
Enfin, daarna reden we nog naar onze kleindochters in Amsterdam . Ons kind kan heel goed koken en Anna, ons kleinkind, ook.
Anna had als toetje Eton Mess gemaakt. Oh... zo lekker.
Maar het hoogtepunt was de advocaat die onze dochter voor het eerst had gemaakt. Zelf was ze niet zo heel enthousiast, maar ik wel... ik vond het echt heerlijk.
Zo lekker dat ik het misschien zelf wel eens ga proberen. Misschien hè, misschien.
Toen ik thuis kwam, was ik gesloopt. Maar mensen, wat een dag!